In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is op 28 oktober 2025 een beschikking gegeven met betrekking tot de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en de omgangsregeling tussen de ouders van drie minderjarige kinderen. De ouders staan op een wachtlijst voor een ouderschapstraject, dat samen met een traject voor de kinderen moet worden doorlopen. De rechtbank heeft besloten om de verzoeken om de omgangsregeling voor een korte periode aan te houden, tot 1 december 2025, om de voortgang van de trajecten te monitoren. De rechtbank heeft geen ruimte gezien voor een voorlopige onbegeleide omgangsregeling, gezien het langdurige contactverlies tussen de vader en de kinderen. De vader heeft zorgen over de ontwikkeling van de kinderen en hoopt op een spoedig herstel van het contact, terwijl de moeder van mening is dat dit contact onder begeleiding moet plaatsvinden. De rechtbank heeft de advocaten van de ouders verzocht om zich voor de pro forma datum uit te laten over de stand van zaken en de gewenste voortgang van de procedure. De beslissing om verdere stappen te ondernemen zal afhankelijk zijn van de voortgang van de hulpverleningstrajecten en de begeleide omgang.