ECLI:NL:RBDHA:2025:1939
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvraag op basis van geloofsgroei en afvalligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 februari 2025 uitspraak gedaan in een procedure over de opvolgende asielaanvraag van een Iraakse eiser. De eiser, die eerder meerdere asielaanvragen had ingediend, stelde dat hij sinds 2014 geen moslim meer was en in 2016 tot het christendom was bekeerd. De rechtbank beoordeelde de aanvraag aan de hand van de beroepsgronden die de eiser had aangevoerd. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de gestelde geloofsgroei en bekering ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank concludeerde dat de minister op goede gronden had vastgesteld dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van de eiser geloofwaardig waren, maar dat de gestelde geloofsgroei en afvalligheid niet konden worden aangenomen als asielmotief. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet had aangetoond dat er nieuwe elementen waren die een positieve uitkomst van de aanvraag konden rechtvaardigen. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag door de minister in stand bleef. De uitspraak benadrukt het belang van een integrale beoordeling van asielmotieven en de noodzaak voor de eiser om nieuwe, overtuigende verklaringen te geven over zijn geloofsgroei en karakterwijzigingen.