ECLI:NL:RBDHA:2025:19399

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
23 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.16662
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Sierra Leoonse nationaliteit op basis van ongeloofwaardige verklaringen over deelname aan een demonstratie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2025 uitspraak gedaan over de afwijzing van een asielaanvraag van een eiser van Sierra Leoonse nationaliteit. De eiser had op 9 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 3 april 2025 door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 september 2025, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk en de gemachtigde van de minister.

De eiser stelde dat hij op 10 augustus 2022 had deelgenomen aan een demonstratie tegen de Sierraleoonse autoriteiten, maar de rechtbank oordeelde dat de minister niet ten onrechte had geconcludeerd dat de problemen van de eiser als gevolg van deze deelname ongeloofwaardig waren. De rechtbank wees erop dat de eiser geen documenten had overgelegd ter ondersteuning van zijn relaas en dat zijn verklaringen niet samenhangend en aannemelijk waren. De minister had bovendien geconstateerd dat de demonstratie een massaal karakter had en dat de eiser daarin geen opvallende rol had gespeeld.

De rechtbank concludeerde dat de minister terecht had geoordeeld dat de verklaringen van de eiser over zijn problemen met de autoriteiten niet geloofwaardig waren. De afwijzing van de asielaanvraag werd dan ook in stand gehouden, en het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard. De rechtbank besloot dat de eiser geen recht had op een verblijfsvergunning asiel en dat hij geen proceskostenvergoeding zou ontvangen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.16662
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. R.J. Schenkman),
en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. N. Hamzaoui).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de asielaanvraag van eiser als bedoeld in artikel 28 van de Vwi. Eiser is het hier niet mee eens. Hij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de asielaanvraag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiser heeft op 9 januari 2023 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Hij stelt van Sierra Leoonse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [2002] . De minister heeft met het bestreden besluit van 3 april 2025 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
2.1.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 2 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, M.V. Babkina als tolk en de gemachtigde van de minister.

Samenvatting

Het asielrelaas
3. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij op 10 augustus 2022 heeft meegedaan aan een demonstratie tegen de Sierraleoonse autoriteiten. Het betrof een demonstratie tegen de inflatie, tegen de inperking van vrijheid van meningsuiting en tegen
de inperking van vrouwenrechten. De autoriteiten hebben traangas gebruikt om de demonstratie te beëindigen. Ook werd er geschoten. Tijdens en na de demonstratie werden mensen gedood en gearresteerd. Eiser is daarom direct na de demonstratie naar het dorp waar de moeder van zijn kind woonde, vertrokken. Nadat hij hier zeven dagen heeft verbleven, is eiser naar Guinee gegaan om vervolgens uiteindelijk naar Nederland te reizen. In augustus en september 2024 zijn er mensen bij de moeder van zijn kind geweest, die op zoek waren naar eiser. Bij het laatste bezoek was er ook politie aanwezig en hebben ze zijn dochter een drankje gegeven waardoor zij is vergiftigd. Bij terugkeer vreest eiser dat ze ook hem zullen doden.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende relevante asielmotieven:
 Identiteit, nationaliteit en herkomst;
 Problemen wegens aanwezigheid bij een demonstatie.
5. De minister stelt zich hierover op het standpunt dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig zijn. De problemen van eiser wegens zijn aanwezigheid bij een demonstratie heeft de minister daarentegen niet geloofwaardig geacht. De minister acht hierbij van belang dat eiser geen documenten heeft overgelegd en hier geen goede verklaring voor heeft. Zo heeft eiser geen overlijdensakte van zijn dochter overlegd. Ook vormen de verklaringen van eiser met betrekking tot de demonstratie geen samenhangend en aannemelijk geheel. Eiser heeft geen foto’s, video’s of andere stukken overlegd waaruit zijn deelname aan de demonstratie blijkt. Verder betrof het een massale demonstratie waarin eiser geen vooraanstaande rol heeft vervuld. Hierom valt volgens de minister niet in te zien hoe de autoriteiten op de hoogte zijn van zijn deelname en waarom zij twee jaar na dato nog naar hem op zoek zouden zijn. Ook heeft eiser op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat zijn dochter is overleden of dat dit overlijden te maken heeft mijn zijn deelname aan de demonstratie jaren eerder. De minister heeft daarom de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond. Ook heeft de minister een terugkeerbesluit aan eiser opgelegd.

Wat vindt eiser?

6. Eiser stelt zich in zijn beroepsgronden op het standpunt dat zijn problemen als gevolg van zijn deelname aan een demonstatie ten onrechte ongeloofwaardig zijn geacht. Nu de minister zijn aanwezigheid bij de demonstratie wel geloofwaardig vindt, is het naar zijn mening ook geloofwaardig en aannemelijk dat hij hierdoor in de problemen is geraakt. Verder heeft eiser naar zijn mening voldoende duidelijk gemaakt hoe de autoriteiten van zijn deelname op de hoogte zijn geraakt. Hij is aangewezen door zijn buurvrouw [buurvrouw] . Ook wijst eiser erop dat de autoriteiten tweemaal zijn langsgekomen op zoek naar hem. Hieruit blijkt dat hij in de negatieve belangstelling staat. Tenslotte geeft eiser aan dat hij een foto van zijn overleden dochter heeft overgelegd en onder behandeling staat van een psycholoog. Hiermee heeft hij het overlijden van zijn dochter en daarmee zijn hele relaas aannemelijk gemaakt.

Beoordeling door de rechtbank

Geloofwaardigheid relaas
7. De rechtbank stelt vast dat eiser geen documenten heeft overgelegd die zijn relaas onderbouwen. Gelet hierop is het aan eiser om zijn relaas door middel van zijn verklaringen alsnog aannemelijk te maken. Dit kan hij doen door samenhangende en aannemelijke verklaringen af te leggen.ii De minister heeft niet ten onrechte overwogen dat eiser daarin niet is geslaagd voor wat betreft zijn problemen wegens zijn aanwezigheid bij een demonstratie. De minister heeft hierbij van belang mogen achten dat het een demonstratie met een (zeer) massaal karakter betrof en eiser hierin geen opvallende rol heeft gespeeld. De enkele omstandigheid dat eiser aanwezig was, leidt daarom niet zonder meer tot de conclusie dat ook zijn gestelde problemen als gevolg daarvan geloofwaardig zijn. Verder heeft de minister niet ten onrechte meegewogen dat de stelling van eiser dat hij is aangewezen door [buurvrouw] en dat de autoriteiten twee jaar na dato nog naar hem zoeken weinig concreet zijn en enkel gebaseerd op vermoedens en aannames. Zo geeft eiser eerst alleen aan dat mensen van een andere partij hem kunnen gaan aanwijzen bij de autoriteiten.iii Vervolgens stelt eiser in zijn algemeenheid dat [buurvrouw] mensen aanwijstiv, terwijl hij pas in de zienswijze - zonder verdere onderbouwing- aangeeft dat zij ook hem zou hebben aangewezen. Ook het causale verband tussen de bezoeken van onbekende personen aan de moeder van zijn dochter en zijn aanwezigheid bij de demonstratie twee jaar eerder zijn enkel gebaseerd op vermoedens en aannames van eiser. Eiser weet alleen dat het mensen waren die naar hem vroegen en die later terugkwamen met de politie.v De door eiser overgelegde foto van zijn dochter en de omstandigheid dat eiser in behandeling staat van een psycholoog leiden daarbij niet tot een ander oordeel. Deze kunnen immers zowel de dood als de eventuele oorzaak niet onderbouwen. De beroepsgrond van eiser slaagt daarom niet.
8. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de verklaringen van eiser over zijn problemen met de Sierraleoonse autoriteiten als gevolg van zijn deelname aan een demonstratie niet geloofwaardig zijn. Hierom heeft de minister zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef onder a of onder b, van de Vw 2000.

Conclusie en gevolgen

9. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van drs. C.L.W. Slycke - van Dort, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
i Vreemdelingenwet 2000.
ii Zie werkinstructie 2024/06.
iii Zie blz. 18 van het nader gehoor.
iv Zie blz. 24 van het nader gehoor.
v Zie blz. 19 van het nader gehoor.
30 september 2025

Documentcode: [documentcode]