ECLI:NL:RBDHA:2025:19513
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake buitengewoon verlof van politieambtenaar met behoud van bezoldiging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 augustus 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een politieambtenaar, verzoekster, die met onmiddellijke ingang buitengewoon verlof van korte duur met behoud van bezoldiging was verleend. Dit verlof was van toepassing op haar werkzaamheden binnen het team Kunst- & Antiekcriminaliteit (K&A) voor gemiddeld 9 uur per week, terwijl zij ook andere werkzaamheden voor de Districtsrecherche (DR) kon blijven verrichten. De verstoorde verhoudingen tussen verzoekster en haar collega, inspecteur [naam 2], hadden geleid tot een onwerkbare situatie, wat ook invloed had op anderen binnen het team. De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder, de korpschef van politie, het buitengewoon verlof mocht verlenen, maar dat dit slechts van korte duur mocht zijn. Verweerder werd opgedragen om het uitgebrachte VIK-rapport met spoed te beoordelen en duidelijkheid te geven aan betrokkenen. De voorzieningenrechter besloot dat verzoekster per direct en onder strikte voorwaarden zou worden ingezet bij de voorbereiding van een operatie in oktober 2025, tot 1 januari 2026. De uitspraak benadrukt dat de ordemaatregel van buitengewoon verlof geen schorsing is en dat de situatie binnen K&A een zorgvuldige beoordeling vereist.