ECLI:NL:RBDHA:2025:19901
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet tijdig asiel, Syrië besluitmoratorium, ingebrekestelling prematuur, beroep niet-ontvankelijk
In deze zaak heeft eiser, een Syrische nationaliteit, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is op 29 juli 2024 ontvangen, en volgens de wet moet de minister binnen zes maanden beslissen. Echter, de minister had de beslistermijn aanvankelijk verlengd met negen maanden, maar deze verlenging werd later ingetrokken, waardoor de standaard beslistermijn van zes maanden weer van toepassing was. Gedurende de periode van 14 december 2024 tot 13 juni 2025 gold er een besluitmoratorium voor Syrië, wat betekent dat de minister gedurende deze tijd geen beslissingen nam op asielaanvragen van Syrische vreemdelingen. Dit heeft geleid tot een verlenging van de beslistermijn voor aanvragen die tijdens het moratorium zijn ingediend. Eiser heeft de minister op 28 juli 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet verstreken was. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.