ECLI:NL:RBDHA:2025:20000

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/691647 / FA RK 25-6997
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 8 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1987, die momenteel verblijft in een GGZ-accommodatie. De officier van justitie had op 17 september 2025 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 8 oktober 2025 werd betrokkene bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.J.H. van Lith. Betrokkene heeft aangegeven dat het beter met hem gaat en dat hij op korte termijn naar huis wil, maar de coassistent en verpleegkundig specialist gaven aan dat er nog psychotische klachten aanwezig zijn en dat betrokkene nog begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent de zorgmachtiging, die geldig is tot en met 8 april 2026, en stelt dat de voorgestelde vormen van zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/691647 / FA RK 25-6997
Datum beschikking: 8 oktober 2025

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie van GGZ [accommodatie] te [plaats] ,
advocaat: mr. R.P.A. Kint te Zoetermeer.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 september 2025, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 12 september 2025 ondertekende medische verklaring van [naam 1] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een blanco zorgkaart;
- een zorgplan van 11 september 2025;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 16 september 2025;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een brief van de officier van justitie van 25 augustus 2025, waaruit blijkt dat er ten aanzien van betrokkene geen recente politiemutaties zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 oktober 2025. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. E.J.H. van Lith, waarnemend voor de advocaat;
- de verpleegkundig specialist, [naam 2] ;
- de coassistent, [naam 3] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft naar voren gebracht dat het beter met hem gaat. Hij blowt niet meer en hij heeft laten zien dat hij meewerkt aan de behandeling en de medicatie. Betrokkene wil op korte termijn naar huis en op vrijwillige basis zorg krijgen. De advocaat verzoekt namens betrokkene om het verzoek af te wijzen omdat er geen sprake is van verzet bij betrokkene.
De coassistent heeft naar voren gebracht dat er nog psychotische klachten worden gezien bij betrokkene en het ziektebesef en -inzicht beperkt is. Betrokkene kan verward zijn en valt vaak in herhaling. Er is neurologisch onderzoek gedaan bij betrokkene, maar er zijn geen afwijkingen gevonden. Betrokkene is van medicatie gewisseld, omdat de vorige medicatie onvoldoende effect had. Betrokkene heeft eerder aangegeven dat hij medicatie niet nodig acht en dat hij naar huis wil. Het risico dat betrokkene in de thuissituatie zijn medicatie niet goed zal innemen is groot. Het is van belang dat betrokkene verder wordt ingesteld op de medicatie en de ambulante nazorg is geregeld voordat hij naar huis kan.
De verpleegkundig specialist heeft naar voren gebracht dat betrokkene nog gedesorganiseerd is en zijn woning nog opgeknapt moet worden. Die was ernstig verwaarloosd. Het is nog onduidelijk wat de onderliggende oorzaak van de psychose is.

Beoordeling

Op 28 augustus 2025 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 18 september 2025.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige financiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Betrokkene is opgenomen wegens een manisch-psychotisch toestandsbeeld. In de accommodatie wordt nog een verward beeld gezien bij betrokkene en hij heeft veel sturing en begeleiding nodig. Momenteel wordt hij ingesteld op andere medicatie, omdat de vorige medicatie onvoldoende effect had. Hoewel het beter gaat met betrokkene sinds de opname is hij op dit moment nog onvoldoende opgeknapt om weer thuis te kunnen wonen. De komende periode zal hij verder worden ingesteld op zijn medicatie en zal de ambulante nazorg geregeld worden.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene wil op korte termijn terug naar huis en vrijwillig blijven meewerken aan zijn behandeling en medicatie. Het ziektebesef- en inzicht van betrokkene is echter beperkt en het risico is groot dat betrokkene door zijn verwarde toestandsbeeld zijn medicatie niet adequaat zal innemen zonder de huidige structuur en aansturing. Om die reden is verplichte zorg nodig. Van verzet is wel degelijk sprake nu betrokkene aangeeft naar huis te willen terwijl dat tegen het advies van de behandelaar is.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 april 2026.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 8 oktober 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 oktober 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.