ECLI:NL:RBDHA:2025:20011
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 8 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1989 in Turkije, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 19 september 2025 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 oktober 2025 zijn zowel de betrokkene als zijn coördinerend behandelaar gehoord. De betrokkene heeft aangegeven de opname niet nodig te vinden en wil weer bij zijn ouders wonen, terwijl de behandelaar benadrukt dat zonder gedwongen kader de betrokkene niet de noodzakelijke zorg zal ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis en een autismespectrumstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn geestelijke gezondheid. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en verleent de zorgmachtiging voor de duur van één jaar, tot en met 8 oktober 2026. De beschikking is gegeven door rechter H.M. Boone, bijgestaan door griffier V.A.H. Schoorl, en is uitgesproken ter openbare zitting.