ECLI:NL:RBDHA:2025:20061
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- C.I.H. Kerstens-Fockens
- L.C.C. Bakx
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming
Deze uitspraak betreft een beroep tegen een terugkeerbesluit dat aan eiser is opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Eiser is het niet eens met dit besluit en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep beoordeeld aan de hand van de ingediende beroepsgronden. De rechtbank oordeelt dat het terugkeerbesluit in stand kan blijven, omdat de tijdelijke bescherming van eiser op 4 maart 2024 is geëindigd en hij geen openstaande vreemdelingrechtelijke procedures heeft. Eiser heeft niet onderbouwd waarom hij een reëel risico zou lopen op ernstige schade bij terugkeer naar Turkmenistan. De rechtbank legt uit dat de eerdere asielaanvraag van eiser buiten behandeling is gesteld, omdat hij niet is verschenen bij het nader gehoor. Hierdoor was er geen inhoudelijke beoordeling van zijn aanvraag en was de minister niet verplicht om onderzoek te doen naar de gevolgen van terugkeer. Eiser heeft ook niet met concrete informatie aangetoond dat hij bij terugkeer een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank concludeert dat de minister bevoegd was om het terugkeerbesluit uit te vaardigen en verklaart het beroep ongegrond. Tevens wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding meer voor is. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.