Uitspraak
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, het college
[derde-partij], uit [plaats] , vergunninghoudster
Rechtbank Den Haag
Op 28 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van eiseres tegen het college van burgemeester en wethouders van Den Haag over de verleende omgevingsvergunning voor het veranderen en vergroten van een woning. De vergunning betreft de legalisering van een dakterras en een dakkapel. Het college had op 17 november 2023 de omgevingsvergunning verleend, maar eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit. Het college verklaarde het bezwaar op 17 december 2023 ongegrond, waarna eiseres beroep instelde. Tijdens de zitting op 28 oktober 2025 waren de partijen aanwezig, inclusief de gemachtigden. De rechtbank heeft de zaak behandeld en direct na de zitting mondeling uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat het college de vergunning terecht had verleend, omdat er geen weigeringsgronden uit de Wabo van toepassing waren. De rechtbank benadrukte dat er geen ruimte was voor een belangenafweging, aangezien het college gebonden was aan de wet. Eiseres had geen bewijs geleverd dat er niet aan het Bouwbesluit werd voldaan, en de rechtbank concludeerde dat het college niet in redelijkheid had kunnen besluiten om eiseres te horen in bezwaar, omdat het bezwaar kennelijk ongegrond was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen griffierecht terugkrijgt en geen proceskosten vergoed krijgt. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.