Op 3 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H. Meijerink, de minister van Asiel en Migratie heeft verzocht om vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft deze uitspraak gedaan zonder zitting, na een beroep van verzoeker tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De minister heeft na het indienen van het beroep alsnog een besluit genomen, waardoor verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en om proceskostenvergoeding heeft gevraagd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister pas na het indienen van het beroep een besluit heeft genomen, wat betekent dat de minister aan verzoeker tegemoet is gekomen. Daarom is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.