Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 augustus 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de staatssecretaris van Defensie, de staatssecretaris
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De volgende causaliteit regels worden daarom gehanteerd: Bij T1 PTSS moet worden uitgegaan van een verergerend dienstverband. Alleen gemotiveerd kan hiervan worden afgeweken. Voor de T2 PTSS geldt het omgekeerde: oorzakelijk dienstverband wordt aangenomen, tenzij goede argumenten aanwezig zijn om uit te gaan van een verergerend dienstverband.”
Aangaande de vraag of de psychische ziekten of gebreken van gedaagde in zodanig verergerend verband met de uitoefening van de militaire dienst staan, overweegt de Raad het volgende. Eiser pleegt op dit stuk een maatstaf te hanteren, bij welke verergerend verband aanwezig wordt geacht indien de ziekten of gebreken zijn ontstaan, tot uiting gekomen of verergerd onder overwegende invloed (gekwantificeerd met: voor tenminste 50%) van de uitoefening van de militaire dienst. Eiser ziet voor het aanleggen van deze maatstaf steun gelegen in jurisprudentie van de Raad. De Raad is in zijn huidige samenstelling evenwel van oordeel dat die maatstaf inhoudelijk te ver afstaat van hetgeen de gever van de Wet bij de regeling van het verergerend verband voor ogen heeft gestaan. Uitgaande van de Memorie van Toelichting bij het Ontwerp-Pensioenwet voor de landmacht (Tweede Kamer der Staten-Generaal, zitting 1919-1920 - 494, nr. 3, pp. 2 tot en met 4) wordt aan het voorschrift van artikel 2, eerste lid ten tweede onder c, van de Wet het meest recht gedaan, wanneer verergerend verband wordt aanvaard reeds indien de uitoefening van de militaire dienst een duidelijk aanwezige factor blijkt te zijn (geweest) bij het ontstaan, tot uiting komen of verergeren van de in een concreet geval spelende ziekten of gebreken."
In algemene zin moet uitgegaan worden van een multi-causale etiologie. Van belang is te noemen dat op basis van de anamnestische informatie de stoornis in alcoholgebruik vanaf eind 2020 lijkt te zijn ontstaan in toenemende mate. Er is dus sprake van een lange tijd tussen de ervaringen tijdens uitzending en het debuut van deze co-morbide stoornis. Wel gaat de toename van alcohol gebruik samen met toename van klachten welke toegeschreven kunnen worden aan de PTSS. Echter andere factoren, zoals relatieproblemen (genoemd in de informatie van de behandelaar), de persoonlijkheidskenmerken en vanaf 2022 ook verlies van werk spelen ook een rol. Voorgaande wegende schat ik in dat de ervaringen tijdens uitzending wel een etiologische factor zijn in het ontstaan van de stoornis in alcoholgebruik, maar dat voor onderbouwing van een duidelijke factor m.i. niet voldoende argumenten zijn.”
Bij de beoordeling van de causaliteit voor de stoornis in alcoholgebruik heb ik gekeken naar argumenten om de oorzaak van deze stoornis voor meer dan 50% toe te kunnen kennen aan de traumatische gebeurtenissen. Er zou dan mi. sprake moeten zijn van een duidelijke factor die eea met elkaar op een causale manier verbindt. Zoals ik beschrijf in mijn rapport is mijn inschatting dat ik een dergelijke situatie op basis van de gegevens niet kan onderbouwen. Er zijn kort gezegd te veel andere factoren die ook een rol kunnen spelen, zie mijn rapport. Ten aanzien van de punten uit het bezwaar die u noemt in uw brief kan ik het volgende zeggen: