Uitspraak
1.de publiekrechtelijke rechtspersoon BELASTINGDIENST/KANTOOR DEN HAAG,
2.
de naamloze vennootschap ING BANK N.V.,
1.De procedure
2.De beoordeling
- ‘gedaagden te veroordelen tot onmiddellijke terugbetaling van € 933,08 vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119 BW; Alle dwangbevelen die door de belastingdienst zijn opgelegd in te trekken, aangezien de belastingdienst geen mandaat kan overleggen die juist is met de wetgeving;
- gedaagden te veroordelen tot nietigverklaring en buiten werking stellen van de overige door de Belastingdienst verzonden dwangbevelbrieven die niet door een bevoegde ambtenaar zijn ondertekend en dus geen enkele rechtsgeldige titel vormen;
- gedaagden te verbieden om in de toekomst nog langer dwangbevelen of beslagmaatregelen te nemen zonder rechtsgeldige rechterlijke titel of bevoegd mandaat;
- ING Bank te bevelen om elke toekomstige vordering van een derde partij te blokkeren indien deze derde partij niet voldoet aan de vereiste documentatie, alsmede de toekomstige blokkade van de rekening van eiseres per direct op te heffen en onbelemmerde toegang tot de rekening te verschaffen. Gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit kort geding.’