ECLI:NL:RBDHA:2025:20785
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 oktober 2025 wordt het beroep van eiseres, een Colombiaanse vrouw, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag op 7 juli 2025 als ongegrond afgewezen. Tijdens de zitting op 23 oktober 2025 was de gemachtigde van de minister aanwezig, terwijl de gemachtigde van eiseres zich had afgemeld. Na de zitting deed de rechtbank onmiddellijk uitspraak.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, omdat eiseres op 18 september 2025 met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact meer heeft onderhouden met haar gemachtigde. De rechtbank overweegt dat uit vaste rechtspraak volgt dat wanneer een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt, er in principe vanuit kan worden gegaan dat deze geen prijs meer stelt op bescherming in Nederland. De gemachtigde van eiseres had weliswaar geprobeerd contact op te nemen, maar zonder resultaat. Aangezien eiseres niet is verschenen en geen rechtens te beschermen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en er wordt melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep binnen één week na ontvangst van het proces-verbaal van deze uitspraak. De uitspraak is openbaar gedaan en bekendgemaakt op 23 oktober 2025.