Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 november 2025 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie,
Samenvatting
- Heeft de minister een onjuist referentiekader toegepast en mocht hij eisers verklaringen over zijn schoonvader ongeloofwaardig achten?
- Had de minister de aanvraag moeten toetsen aan het oude beleid?
- Mocht de minister de KAR aanwijzen als normale woon- en verblijfplaats en loopt eiser een reëel risico op ernstige schade als hij moet terugkeren naar de KAR?
Procesverloop
21 februari 2025 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Beoordeling door de rechtbank
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- problemen met eisers schoonvader en de PKK;
- discriminatie vanwege eisers Jezidi-afkomst.
.Het is daarom, aldus eiser, aan de minister om te motiveren naar welk deel van Irak eiser wel kan terugkeren.
- mocht de minister de KAR aanwijzen als vaste woon- of verblijfplaats?
- loopt eiser een reëel risico op schade als hij moet terugkeren naar de KAR?
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 21 februari 2025;
- draagt de minister op binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, waarbij rekening wordt gehouden met het bepaalde in deze uitspraak;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.814,-.