ECLI:NL:RBDHA:2025:20941

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 september 2025
Publicatiedatum
7 november 2025
Zaaknummer
11334373 MB VERZ 24-22081
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overschrijding van de redelijke termijn bij verkeersboete en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een opgelegde verkeersboete van € 326,00 voor het overschrijden van de snelheid op een autosnelweg. Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld om het beroep deels gegrond te verklaren, vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van berechting, en om de boete met 25% te verminderen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de redelijke termijn is overschreden, maar dat dit niet aan betrokkene te wijten is. Ondanks de vaste jurisprudentie die een korting van 25% op de boete voorschrijft, heeft de kantonrechter besloten om van deze jurisprudentie af te wijken, verwijzend naar een eerdere uitspraak van de kantonrechter in Den Haag. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die tot matiging van de boete zouden leiden. De uitspraak benadrukt dat de enkele ontkenning van de gedraging niet voldoende is om de vastgestelde overtreding ter discussie te stellen. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Gouda
CJIB-nummer: 260515868
Registratienummer team straf: 11334373 MB VERZ 24-22081
Uitspraakdatum : 17 september 2025
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
wonende dan wel gevestigd te: [postcode] [woonplaats]
[adres] , nader ook te noemen: betrokkene.
Gemachtigde: mr. I.N.D.J. Rissema (Bezwaartegenverkeersboetes.nl)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 september 2025. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene en gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen.

Overwegingen

Verkeersboete
Het gaat om een bedrag van € 326,00 (inclusief administratiekosten) wegens 29 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1) op
19 augustus 2023.
Beroepsgronden en standpunten
De beroepsgronden houden in de kern het volgende in. Betrokkene ontkent de gedraging en gemachtigde stelt dat de redelijke termijn is overschreden, hetgeen aanleiding is voor een korting van 25% op het sanctiebedrag. Voorts wordt een proceskostenvergoeding verzocht.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep deels gegrond te verklaren, de verkeersboete met 25% te verminderen wegens overschrijding van de redelijke termijn en een proceskostenvergoeding toe te kennen.
Oordeel
Het beroep is ongegrond.
Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
De kantonrechter overweegt dat, volgens vaste jurisprudentie, de enkele ontkenning van de gedraging onvoldoende is om de juistheid van de vastgestelde overtreding ter discussie te stellen. Betrokkene heeft geen concrete argumenten aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De gedraging staat voldoende vast.
De kantonrechter constateert dat de redelijke termijn van berechting bij de kantonrechter is overschreden. Dit is niet aan betrokkene te wijten. Volgens vaste jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moet de verkeersboete dan met 25% worden verminderd en komen de proceskosten voor vergoeding in aanmerking. De kantonrechter ziet aanleiding om van deze jurisprudentie af te wijken en verwijst hierbij naar de uitspraak van de kantonrechter in Den Haag van 1 augustus 2025 (kenmerk ECLI:NL:RBDHA:2025:14408).
De kantonrechter ziet ook geen bijzondere omstandigheden die tot matiging van de boete dienen te leiden.
Proceskosten
Het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond.
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.H.M. Smelt, kantonrechter, bijgestaan door
D.C. Carsten, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.