Voetnoten
1.Zoals bedoeld in artikel 4 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie.
2.Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) van 18 juni 2024, ECLI:EU:C:2024:524 (
3.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling).
4.Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011.
5.Zie artikel 4, vierde lid, van de Kwalificatierichtlijn.
6.Zie ook de uitspraak van deze rechtbank in de zaak van de broer van eiseres van 10 oktober 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:16970. 8.Op grond van artikel 33, tweede lid, aanhef en onder a, van de Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (herschikking) (hierna: Procedurerichtlijn), zoals in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
9.Arrest van het Hof van 19 maart 2019, ECLI:EU:C:2019:219 (
10.Punt 74 en punt 76 van het arrest QY.
12.Zie Informatiebericht 2025/20 Griekse statushouders.
13.Zoals bedoeld in artikel 8:72, derde lid, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
14.Zie artikel 3.37d, eerste lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV) en paragraaf C7/30.5.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) specifiek voor Somalië.
15.Zie pagina 117 van het Algemeen Ambtsbericht Somalië uit april 2025.
16.Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008.
17.Zie punt 78 van dit arrest.
18.Arrest van het Hof van 18 juni 2024, ECLI:EU:C:2024:521.
20.1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor repliek/dupliek en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1.