Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer],
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 februari 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, heeft op 13 oktober 2024 asiel aangevraagd in Nederland. De minister van Asiel en Migratie heeft de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit is genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van asielaanvragen.
Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat zijn medische omstandigheden niet zijn vermeld in het claimverzoek aan Frankrijk. Hij stelt dat hij diabetes heeft en vreest dat hij in Frankrijk geen toegang zal hebben tot de benodigde medicatie. Eiser beroept zich op artikel 17 van de Dublinverordening, waarin wordt gesteld dat bijzondere omstandigheden kunnen leiden tot een andere toewijzing van verantwoordelijkheden.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de minister niet verplicht was om alle medische omstandigheden van eiser in het claimverzoek op te nemen, aangezien deze niet relevant zijn voor de vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat. De rechtbank concludeert dat de minister in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een overdracht aan Frankrijk onevenredig zouden maken. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.