ECLI:NL:RBDHA:2025:21653

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
NL25.40905
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met betrekking tot Syrië

In deze zaak heeft eiser, een Syrische vreemdeling, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister ontving de aanvraag op 4 mei 2024, en volgens de wet moet er binnen zes maanden op deze aanvraag worden beslist. Echter, gedurende de periode van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025 gold er een besluitmoratorium voor asielaanvragen van vreemdelingen uit Syrië, wat betekende dat de minister gedurende deze tijd geen beslissingen nam op dergelijke aanvragen. Eiser heeft de minister op 7 augustus 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling te vroeg is ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka in aanwezigheid van M.M. Mulder, griffier, en is openbaar gemaakt op 6 november 2025.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht zaaknummer: NL25.40905
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. N. Imminga),

en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat de minister volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hiema: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank vindt het in deze zaak niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting.1
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet warden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
Is het beroep van eiser ontvankelijk?
3. De minister heeft de aanvraag op 4 mei 2024 ontvangen. De minister moet uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen.3
4. Eiser komt uit Syrie. Met ingang van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025 gold voor Syrie een besluitmoratorium.4 Gedurende de tijd dat het besluitmoratorium van kracht was, besliste de minister niet op asielaanvragen van vreemdelingen uit dat land. De
1. Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Artikel 6:2, onder b, en 6:12, tweede lid, van de Awb.
3 Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Aanvankelijk heeft de minister de beslistermijn onder toepassing van WBV 2023/26 met negen maanden verlengd. De minister heeft deze WBV echter weer ingetrokken (IB 2025/28). Als gevolg hiervan geldt voor alle asielaanvragen die zijn ingediend vanaf 1 januari 2024 weer een beslistermijn van zes maanden.
4 Stet. 2024, 41538.
beslistermijn voor asielaanvragen die v66r of tijdens de werking van het besluitmoratorium werden ontvangen, is verlengd met eenjaar tot ten boogste 21 maanden.5
5. Het moratorium is mede van toepassing op asielaanvragen waarvan de beslistermijn van zes maanden is verstreken op bet moment van de inwerkingtreding van bet moratorium.6 De aanvraag van eiser valt onder deze situatie en daarmee dus onder het toepassingsbereik van bet moratorium.
6. De minister dient uiterlijk op 4 november 2025 te beslissen op de aanvraag (4 mei 2024
+ zes maanden + eenjaar, tot in totaal ten boogste 21 maanden). Eiser heeft de minister op 7 augustus 2025 in gebreke gesteld. De beslistermijn was op
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De recbtbank verklaart bet beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, recbter, in aanwezigbeid van M.M. Mulder, griffier.
5 Artikel 43, eerste lid, van de Vw en artikel 2 van het Besluit instelling besluitmoratorium en vertrekmoratorium vreemdelingen afkomstig uit Syrie.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
06 november 2025

Documentcode: [Documentcode]

Bent u bet niet eens met deze uitspraak?

Als
uhet niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet