Op 28 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. A.S. Sewman, beroep heeft ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser stelde dat de minister niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 1 april 2025 tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een EU verblijfsdocument. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit op het bezwaar was verstreken en dat eiser de minister op 10 september 2025 in gebreke had gesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep ontvankelijk en gegrond was, en droeg de minister op om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens werd er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank concludeerde dat de minister de proceskosten van eiser, tot een bedrag van € 453,50, moest vergoeden. De uitspraak werd gedaan zonder zitting en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.