6.3.Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich op 23 augustus 2025 schuldig gemaakt aan een gewapende overval op een vestiging van Kentucky Fried Chicken, waarbij hij een bivakmuts droeg en gebruik maakte van een mes. De verdachte heeft het mes getoond aan de medewerkers en door middel van doodsbedreigingen hen ertoe bewogen om de kassa voor hem te openen. Een gewelddadige overval is voor slachtoffers een zeer traumatische ervaring, waar zij nog jarenlang last van kunnen hebben. Dit blijkt ook uit de toelichting op de vorderingen benadeelde partij van de slachtoffers. Ter terechtzitting heeft slachtoffer [aangever 1] aangegeven soms ’s nachts schreeuwend wakker te worden. Bovendien waren niet alleen de werknemers van Kentucky Fried Chicken getuige van de gewelddadige overval, maar ook klanten en andere omstanders hebben de overval zien plaatsvinden. Dit zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 2 oktober 2025. In het nadeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat hij op het moment van de gewapende overval in een proeftijd liep van een eerdere veroordeling, betreffende mishandeling van zijn moeder.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies over de verdachte van 7 november 2025, waaruit volgt dat sprake is van een hoog recidiverisico. De verdachte kampt met een ernstige cannabisverslaving en heeft beperkte financiële middelen. Zowel met als zonder cannabisgebruik is het psychosociaal functioneren van de verdachte volgens de reclassering instabiel.
De reclassering adviseert bij veroordeling van de verdachte aan hem op te leggen een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole. De reclassering heeft geadviseerd om deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren gelet op de omstandigheid dat de kans op een misdrijf met schade voor personen groot is.
Verder heeft de reclassering geadviseerd om aan de verdachte een locatieverbod als vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v Sr op te leggen voor de vestiging van Kentucky Fried Chicken aan het Hobbemaplein, welke maatregel dadelijk uitvoerbaar zou moeten worden verklaard.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin is als uitgangspunt vermeld bij een overval op een bedrijf, waarbij gebruik is gemaakt van licht geweld dan wel bedreiging, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren.
De rechtbank acht voor de strafmaat ook van belang dat haar op de zitting is gebleken dat de verdachte zich onvoldoende realiseert hoe ernstig zijn handelen is geweest en wat zijn daden teweeg hebben gebracht bij de slachtoffers. De verdachte lijkt zich vooral bezig te houden met zichzelf en de gevolgen die de overval op zijn leven hebben gehad. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan. De rechtbank ziet geen aanleiding om het gepleegde feit in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen gelet op de informatie die thans bekend is over de persoon van de verdachte en het ontbreken van een diagnose met betrekking tot zijn psychosociaal functioneren.
Gelet op het recidiverisico en de noodzaak van (aanvankelijk klinische) behandeling, acht de rechtbank het van belang dat sprake is van een groot voorwaardelijk strafdeel zodat de straf bijdraagt aan de motivatie van de verdachte om zijn behandeling aan te vangen en voort te blijven zetten.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen.
Gelet op het reclasseringsadvies en het daarin tot uitdrukking gebrachte hoge risico op recidive, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn.
Vrijheidsbeperkende maatregel artikel 38v Sr
Gelet op het voorgaande, zal de rechtbank ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr opleggen, te weten: een locatieverbod voor de vestiging van Kentucky Fried Chicken aan het Hobbemaplein te Den Haag voor de duur van drie jaren. Hierbij zal de rechtbank bevelen dat voor iedere keer dat de verdachte de maatregel overtreedt, een vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van een week, met een maximum van zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
De rechtbank zal bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is omdat zij van oordeel is dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend jegens medewerkers van de hiervoor genoemde vestiging zal gedragen.