In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.G. Grigorjan, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen de door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State opgelegde termijn heeft beslist. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen vier weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat de minister de proceskosten van eiseres moet vergoeden, vastgesteld op € 453,50. Eiseres had verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank is toegewezen. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.