ECLI:NL:RBDHA:2025:2302

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 februari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
NL24.49771
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 18 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL24.49771. De voorzieningenrechter, mr. M. Munsterman, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, maar wiens aanvraag door de Minister van Asiel en Migratie op 11 december 2024 was afgewezen. De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 11 februari 2025 was de verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.S. Dunant Maurits, en een tolk, A. Bentaieb. De Minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. K. Nuninga.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL24.49770) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.49771

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits),
en

de Minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. K. Nuninga).

Inleiding

Bij besluit van 11 december 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.49770, op 11 februari 2025 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Bentaieb. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.49770, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N. Walstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.