3.4.In paragraaf A5/5 van de Vc 2000 staat vermeld dat de vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 56 van de Vw 2000 - in combinatie met een toezichtmaatregel op grond van artikel 54 eerste lid, van de Vw 2000 - wordt opgelegd op grond van de openbare orde of de nationale veiligheid aan de vreemdeling zonder rechtmatig verblijf, dan wel aan de vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, met uitzondering van de onderdelen b, d en e Vw 2000.
4. De minister heeft eiseres verplicht om met ingang van 21 januari 2025 te verblijven in de gemeente Emmen, alwaar zij zich in de VBLGezinslocatie dient op te houden. De minister heeft overwogen dat de openbare orde de maatregel vordert en acht hierbij van belang dat eiseres niet heeft voldaan aan de rechtsplicht om uit eigen beweging Nederland te verlaten. Verder beschikt eiseres niet over een vaste woon- of verblijfsplaats, noch over voldoende middelen van bestaan. Tot slot merkt de minister op dat eiseres geen recht meer heeft op opvang en alleen opvang kan krijgen in een gezinslocatie.
5. Eiseres heeft gesteld dat het voor haar niet mogelijk is om te kunnen terugkeren naar Italië omdat de Italiaanse autoriteiten nog niet hebben bevestigd dat zij haar terugnemen. Verder is er onvoldoende rekening gehouden met haar omstandigheden. Zij heeft op dit moment geen formeel rechtmatig verblijf in Nederland en dus is het niet mogelijk om te beschikken over een eigen woonplaats. Dat wil nog niet zeggen dat zij zich aan het toezicht zal gaan onttrekken. Eiseres is altijd traceerbaar geweest. Eiseres is de primaire verzorgende ouder van haar dochtertje. Eiseres brengt haar dochtertje naar alle medische afspraken en controles in Amsterdam. Eiseres heeft inderdaad geen middelen van bestaan, maar dit betekent niet dat zij niet kan vertrekken. Ook kan daaruit niet de conclusie worden getrokken dat zij zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiseres voert verder aan dat zij vooral binding heeft met Amsterdam en dat dat onvoldoende is betrokken in het besluit. Daarbij komt dat het dochtertje van eiseres een Nederlandse vader heeft. Zij is voornemens een aanvraag in te dienen voor een verblijfsdocument EU/EER als verzorgende ouder van een Nederlands kind (Chavez-Vilchez). De minister heeft in de vrijheidsbeperkende maatregel onzorgvuldig gemotiveerd waarom er niet kan worden volstaan met een lichter middel.
Beoordeling door de rechtbank
6. Eiseres heeft geen rechtmatig verblijf meer in Nederland. Zij heeft hierdoor ook niet langer recht op opvang en voorzieningen vanuit het COa. De veronderstelling van eiseres dat zij desondanks opvang bij het COa kan blijven genieten en uiteindelijk kan doorstromen naar een woning zodra de maatregel wordt opgeheven, maakt dat niet anders. Eiseres heeft Nederland niet binnen de aan haar gegunde termijn uit eigen beweging verlaten. De stelling van de gemachtigde dat eiseres nog niet zou hoeven te vertrekken omdat Italië nog niet heeft ingestemd met een claimakkoord, ziet er aan voorbij dat eiseres internationale bescherming heeft gekregen in Italië en van een claimakkoord zoals in een zogeheten Dublinsituatie dus geen sprake hoeft te zijn. Daarnaast is gebleken dat eiseres niet over een vaste woon- of verblijfplaats beschikt. De door haar overgelegde BRP-uittreksel dateert van 1 juli 2024 en is daarmee niet meer recent. Ook is de COa-opvang in Amsterdam beëindigd. Evenmin beschikt eiseres over voldoende (eigen) middelen van bestaan, hetgeen ook wordt bevestigd in de door eiseres overgelegde verklaring van Het Wereldhuis.
7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister in de maatregel voldoende gemotiveerd waarom de vrijheidsbeperkende maatregel aan eiseres wordt opgelegd. De rechtbank benadrukt dat de plaatsing in de VBL dient om erop te kunnen toezien dat eiseres daadwerkelijk werkt aan haar vertrek, maar ook dat hiermee in ieder geval opvang aan eiseres en haar dochtertje wordt geboden. De rechtbank ziet ook voor het overige geen aanleiding voor het oordeel dat de plaatsing in de VBL geen geschikt middel is voor eiseres. Niet is gebleken dat de medische voorzieningen in de VBL voor eiseres en haar dochtertje ontoereikend zouden zijn. Voor bezoek aan een medisch specialist - voor zover dat nodig zou zijn - kan om tijdelijke ontheffing van de maatregel worden verzocht. Gelet op al deze omstandigheden heeft de minister zich naar oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt gesteld dat het belang van de openbare orde de maatregel vordert.
8. Het beroep is ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.