ECLI:NL:RBDHA:2025:2435

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
NL24.40350
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een vrouw van Palestijnse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de minister van Asiel en Migratie op 11 oktober 2024 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 15 januari 2025, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.40349) die het beroep van verzoekster behandelde. Hierdoor was het verzoek om voorlopige voorziening niet meer relevant. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.40350
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster
(gemachtigde: mr. D. van Elp),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. P.M.W. Jans).

Procesverloop

Bij besluit van 11 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.40349, op 15 januari 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen J.A. Matti. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster stelt van Palestijnse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1984.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.40349, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
29 januari 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.