ECLI:NL:RBDHA:2025:2511

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
NL24.50151
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. De eiser, met een V-nummer dat in het document niet is vermeld, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie op 11 december 2024 afgewezen, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd gekwalificeerd. Tevens werd aan de eiser een terugkeerbesluit met een inreisverbod van twee jaar opgelegd.

Naar aanleiding van deze afwijzing heeft de eiser beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Echter, op dezelfde dag heeft de rechtbank in een andere zaak, met zaaknummer NL24.50150, uitspraak gedaan op het beroep van de eiser. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, die als voorzieningenrechter fungeerde, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.50151

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [v-nummer], eiser,

(gemachtigde: mr. J.M. Suurmeijer),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister,

(gemachtigde: mr. K. Jansen).

Procesverloop

1. De minister heeft bij besluit van 11 december 2024 de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond en aan eiser een terugkeerbesluit met inreisverbod van twee jaar opgelegd.
1.1.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.50150, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening hangende beroep is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek hangende beroep af.
2.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.G. van den Berg, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.