ECLI:NL:RBDHA:2025:2651
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 5 april 2023 behandeld. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten. De zaak betreft de vraag of de minister van Asiel en Migratie tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiser. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld aan een besluit. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend op 5 april 2023, en Nederland werd verantwoordelijk voor de behandeling van de aanvraag op 3 februari 2024. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 3 augustus 2024. Echter, de minister heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd op basis van het WBV 2023/26, wat door de rechtbank als rechtsgeldig wordt beschouwd. Hierdoor zijn de ingebrekestellingen van 29 juli 2024 en 1 oktober 2024 prematuur ingediend. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.