ECLI:NL:RBDHA:2025:279

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 januari 2025
Publicatiedatum
13 januari 2025
Zaaknummer
NL24.43698
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit inzake asielaanvraag

Op 9 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Woensel, heeft beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, die voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, aangezien de minister eerder een termijn was gesteld zonder dat er een besluit was genomen. De rechtbank heeft daarom een nieuwe termijn van twee weken vastgesteld voor de minister om een besluit te nemen.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen de gestelde termijn een besluit bekend te maken. Tevens is er een rechterlijke dwangsom van € 200 per dag opgelegd voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan eiser tot een bedrag van € 453,50.

De uitspraak is gedaan zonder zitting en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om tegen deze uitspraak in verzet te gaan binnen zes weken na verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft ook verwezen naar relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die van toepassing zijn op deze zaak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.43698

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.M. van Woensel),
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
( x) Ja
( ) Nee
Is het beroep gegrond?
( ) Nee
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
(x) Ja
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
( x) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de rechtbank heeft verweerder echter eerder al een termijn gesteld zonder dat verweerder heeft beslist. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak.
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
( x) Ja
( ) Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?(x) € 200 per dag met een maximum van € 15.000.
( ) Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
( x) Ja
( ) Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?De volgende proceskosten worden toegekend:
( x) 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
( ) 1 punt voor de nadere reactie(s)
( ) 0,5 punt voor een nadere reactie
met een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
( x) verklaart het beroep gegrond;
( x) draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
( x) bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 200 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000;
( x) veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50.
Deze uitspraak is gedaan op 9 januari 2025 door mr. A.J. de Danschutter, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.

Bijlage

De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
Als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor een beroep tegen niet tijdig beslissen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Als een beschikking niet op tijd wordt genomen, is het bestuursorgaan een dwangsom verschuldigd voor elke dag (vanaf de vijftiende dag na ontvangst van de ingebrekestelling) dat het in gebreke is voor ten hoogste 42 dagen. Dit is de bestuurlijke dwangsom. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Deze dwangsom kan slechts eenmaal worden vastgesteld. [4]
Specifiek voor het niet tijdig beslissen op asielaanvragen:
Met de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND heeft de wetgever de bestuurlijke dwangsom afgeschaft in asielzaken. Dit is niet in strijd met het Unierecht. [5]
Als verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit in beginsel doen binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. [6] Alleen in bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. [7]
De rechtbank bepaalt dat verweerder bij het overschrijden van de door de rechtbank vastgestelde termijn een dwangsom verschuldigd is voor elke dag waarmee de hiervoor genoemde termijn wordt overschreden. [8] Dit is de rechterlijke dwangsom.
Als eiser is bijgestaan door een rechtsbijstandverlener, stelt de rechtbank een vergoeding vast van zijn kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. [9] De zaak is van licht gewicht als het alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4.Artikel 4:17 van Awb.
5.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352.
6.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
7.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
8.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
9.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.