Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis voor verblijf bij haar referent. De rechtbank had eerder, op 14 augustus 2024, het beroep van eiseres gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen. Eiseres heeft op 24 december 2024 opnieuw beroep ingesteld omdat verweerder wederom geen besluit had genomen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft het verzoek van eiseres om vrijstelling van het griffierecht toegewezen, omdat voldoende aannemelijk is gemaakt dat aan de voorwaarden voor vrijstelling wordt voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit was verstreken en dat een ingebrekestelling niet nodig was, aangezien er al een termijn was gesteld in de eerdere uitspraak.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag te nemen en heeft een dwangsom van € 200 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 februari 2025.