Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de verlenging van de overdrachtstermijn van een asielzoeker aan Kroatië. De eiser, een Turkse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat de overdrachtstermijn had verlengd tot achttien maanden. Dit besluit was genomen omdat de eiser ondergedoken was. Tijdens de zitting op 20 februari 2025 was de eiser niet verschenen, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 29 januari 2025 zou worden overgedragen aan Kroatië, maar dat hij niet was verschenen op een eerder geplande afspraak om de overdracht te bespreken. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat de eiser ondergedoken is om de overdracht te voorkomen, en dat de verlenging van de overdrachtstermijn gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.