ECLI:NL:RBDHA:2025:3083
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen woningvormingsvergunning
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen een verleende woningvormingsvergunning. De vergunning werd op 14 juli 2023 verleend aan de eigenaar van een pand in Delft, waar de eigenaar twee woningen wil verbouwen naar vier appartementen. Eiser, een omwonende, ging in bezwaar tegen deze vergunning, maar zijn bezwaar werd op 18 december 2023 niet-ontvankelijk verklaard door het college van Burgemeester en wethouders van Delft. Eiser is van mening dat deze niet-ontvankelijkheid onterecht is, omdat andere bezwaarmakers wel ontvankelijk zijn verklaard en hij vindt dat de afstandscriteria niet goed zijn onderbouwd.
De rechtbank heeft het beroep op 30 januari 2025 behandeld, waarbij eiser, de gemachtigden van verweerder en een derde-partij aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat eiser geen belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, omdat hij op een afstand van meer dan 150 meter van het pand woont en geen zicht heeft op de woning. De rechtbank concludeert dat er geen gevolgen van enige betekenis zijn voor de woon- of leefsituatie van eiser. Daarom is het beroep ongegrond verklaard en krijgt eiser geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian en is openbaar uitgesproken op 18 februari 2025.