Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam],
[naam],
[naam],
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Overwegingen
21 augustus 2024 het beroep tegen het niet tijdig beslissen gegrond verklaard en daarbij aan de minister een beslistermijn van -in beginsel- acht weken opgelegd. Op 14 januari 2025 hebben eisers opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag.
Beoordeling door de rechtbank
€ 7.500,- verbeurd. Verder zijn wederom meerdere maanden verstreken en heeft de minister nog geen besluit op de aanvraag van eisers bekend gemaakt.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om binnen zes weken alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eisers een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
- stelt de hoogte van de door de minister aan eisers verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 495,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 453,50.