2.4.Verweerder vindt eisers identiteit, nationaliteit en herkomst en dat hij zich van de islam heeft afgewend, geloofwaardig. Eisers gestelde problemen door zijn livestreams en zijn homoseksuele geaardheid en de daaruit voortvloeiende problemen, vindt verweerder niet geloofwaardig. Daarbij stelt verweerder voorop dat de omstandigheid dat eiser in verschillende Europese landen asiel heeft aangevraagd en telkens is vertrokken zonder de behandeling van zijn asielverzoek af te wachten, afbreuk doet aan de gestelde noodzaak van het verkrijgen van internationale bescherming. Ook in Nederland is eiser al eerder met onbekende bestemming vertrokken. Daarnaast heeft eiser de gestelde problemen niet onderbouwd met voldoende objectieve documenten. Eiser krijgt niet het voordeel van de twijfel, omdat hij geen oprechte inspanning heeft geleverd om zijn aanvraag te onderbouwen met objectieve documentenen omdat zijn verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen.Gelet hierop kan Marokko voor eiser worden aangemerkt als veilig land van herkomst. Daarbij is van belang dat eisers homoseksuele geaardheid niet geloofwaardig is bevonden waardoor hij niet valt onder een uitzonderingscategorie. Eiser heeft bij terugkeer ook niet te vrezen vanwege zijn afvalligheid. Afvalligheid is in Marokko niet strafbaar en daarnaast is verweerder er niet van overtuigd dat eiser, gelet op zijn verklaringen, bij terugkeer zijn afvalligheid zal uiten, zodat van eiser geen terughoudendheid wordt verwacht. Eiser heeft daarom geen gegronde vrees voor vervolging als bedoeld in het Vluchtelingenverdragen hij loopt geen reëel risico op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM.Verweerder heeft eisers aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond omdat eiser afkomstig is uit een veilig land van herkomst en omdat sprake is van een opvolgende aanvraag die niet niet-ontvankelijk is verklaard.
Wat vindt eiser in beroep?
3. Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit. Verweerders standpunt dat de omstandigheid dat eiser niet onmiddellijk asiel heeft aangevraagd in Nederland en door landen heeft gereisd om geld te verdienen afbreuk doet aan de gestelde behoefte aan internationale bescherming, berust op een subjectief oordeel. Daarnaast heeft verweerder zijn homoseksuele geaardheid ten onrechte ongeloofwaardig gevonden. Voor eiser is het nog steeds niet duidelijk welke argumenten verweerder aanvoert om te veronderstellen dat eiser niet voldoende authentiek heeft verklaard over zijn seksuele geaardheid. Binnen zijn mogelijkheden heeft eiser zo authentiek mogelijk verklaard. Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom dit niet het geval is. Verweerders mening op dit punt lijkt dan ook zeer subjectief. Dit geldt ook voor eisers verklaringen over zijn relatie met Fernando. Hierbij is ook van belang dat ondanks zijn gesprekken met een psycholoog en de betekenisvolle relatie die hij heeft gehad met een transgender persoon genaamd Roza, het zeer lastig blijft voor eiser om authentiek te verklaren over zijn homoseksuele gerichtheid. Verweerder stelt ook ten onrechte dat de overgelegde verklaring van LGBT Asylum Support van 1 september 2024 grotendeels gebaseerd is op eisers eigen verklaringen. Verweerder werpt verder ten onrechte tegen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over zijn contact met LHBTI-organisaties. Dat eiser in het eerdere gehoor geen organisatie benoemde welke gericht is op LHBTI en later wel tijdens het aanvullend gehoor zal eraan gelegen hebben dat hij de vraag niet goed had begrepen. Er wordt in de in het bestreden besluit verwezen naar opmerkingen in de zienswijze over uiterlijke verschijnselen omtrent homoseksualiteit. Eiser begrijpt niet waar verweerder op doelt. Ook de problemen die eiser heeft ondervonden vanwege de livestreams zijn ten onrechte niet geloofwaardig gevonden. Eiser heeft de beelden inderdaad nog niet overgelegd maar verweerder voldoet in dit kader ook niet aan de samenwerkingsverplichting. Tot slot, is het standpunt van verweerder over eisers afvalligheid totaal onbegrijpelijk.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. De meervoudige kamer van deze rechtbank heeft in de uitspraak van 8 januari 2025 geoordeeld dat het uitzonderen van groepen zich niet verdraagt met de aanwijzing van een land als veilig in de zin van de Procedurerichtlijn.
5. De rechtbank sluit zich aan bij dit oordeel en verklaart artikel 3.37f, vierde lid, aanhef en onder a, van het Vv 2000daarom onverbindend. Gelet hierop berust verweerders aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst niet op een draagkrachtige motivering. Verweerder heeft dan ook onzorgvuldig gehandeld door de asielaanvraag van eiser te behandelen in de versnelde procedure. Verweerder heeft eisers aanvraag ook ten onrechte afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000.Het beroep is daarom gegrond.
6. Op grond artikel 8:41a van de Awbbeslecht de bestuursrechter het hem voorgelegde geschil zoveel mogelijk definitief. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om zelf in de zaak te voorzien, met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb. Daartoe is het volgende redengevend.
Geloofwaardigheidsbeoordeling homoseksuele geaardheid
7. Bij het onderzoek naar de geloofwaardigheid van eisers homoseksuele geaardheid moet verweerder werkinstructie 2019/17 als uitgangspunt nemen.Volgens deze werkinstructie moet verweerder bij de beoordeling rekening houden met de omstandigheid dat het voor een vreemdeling niet mogelijk is om met sluitend bewijs aannemelijk te maken dat hij LHBTI is. Verweerder maakt een individuele afweging die onderdeel is van een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling overeenkomstig Werkinstructie 2024/6, waarbij alle relevante omstandigheden van het geval worden betrokken en in onderlinge samenhang worden gewogen. Het bepalen van welk gewicht toekomt aan de antwoorden op de vragen die zijn gesteld over iemands seksuele gerichtheid, is sterk afhankelijk van de individuele zaak. Verweerder houdt, net als tijdens het gehoor, hierbij rekening met het referentiekader van de vreemdeling. Bij de beoordeling wordt betrokken of de verklaringen consistent zijn en overeenkomen met hetgeen bekend is over de algemene situatie (ten aanzien van LHBTI’ers in het land van herkomst). Het zwaartepunt ligt bij het persoonlijke, authentieke verhaal dat een vreemdeling vertelt over en vanuit zijn eigen ervaringen. Als een vreemdeling afkomstig is uit een land waar LHBTI-gerichtheid niet wordt geaccepteerd en misschien zelfs strafbaar is, mag van een vreemdeling worden verwacht dat hij inzicht kan geven in een denkproces over wat het betekent om anders te zijn dan de maatschappij of wet verlangt en hoe hij daar invulling aan geeft.
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt stelt dat eiser zijn homoseksuele gerichtheid niet aannemelijk heeft gemaakt. Verweerder heeft kunnen tegenwerpen dat eisers verklaringen vaag en van algemene aard zijn. Daarbij heeft verweerder kunnen tegenwerpen dat eiser vaag heeft verklaard over zijn gedachten bij de ontdekking van zijn geaardheid. Eiser verklaart weliswaar dat zijn gevoel is veranderd sinds hij heeft ontdekt dat hij op mannen valt maar hij maakt niet inzichtelijk op wat voor manier. Verweerder heeft er daarbij ook op kunnen wijzen dat eisers verklaring dat hij in Spanje een keer met een homoseksueel mee naar huis is gegaanen dat hij vervolgens op mannen viel, ongeloofwaardig is, omdat het niet voor de hand ligt dat eiser zijn homoseksuele gerichtheid plotseling heeft aanvaard. Eiser heeft namelijk ook verklaard dat hij homoseksualiteit vroeger bizar vond. Verweerder heeft verder kunnen tegenwerpen dat eiser summier en ongeloofwaardig heeft verklaard over zijn relatie met Fernando, omdat hij weinig heeft verklaard over zijn gevoelens voor Fernando en over de relatie zelf. Zo verklaart eiser op de vraag wat hij en Fernando samen deden enkel dat hun relatie hetzelfde was als tussen een man en een vrouw.Verweerder mocht dit wel van eiser verwachten nu eiser niet lang voor het gehoor een relatie met hem had en hij bovendien heeft verklaard dat hij erg verliefd op hem was. Daarnaast heeft verweerder opmerkelijk kunnen vinden dat eiser met afstand over zijn eigen geaardheid verklaart. Zo omschrijft eiser zijn seksuele gerichtheid als een probleem met hormonenen duidt hij mensen met een homoseksuele gerichtheid als “deze mensen”.
9. Ten aanzien van de overgelegde verklaring van LGBT Asylum Support heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat deze verklaring niet voldoende is om eisers homoseksuele gerichtheid aannemelijk te maken en dat daarbij van belang is dat de verklaring grotendeels gebaseerd is op eisers eigen verklaringen. Eiser heeft zijn stelling dat de verklaring niet grotendeels op zijn verklaringen is gebaseerd niet onderbouwd, waardoor dit niet tot een ander oordeel kan leiden.
10. De stellingen van eiser dat de verklaringen over zijn gerichtheid binnen zijn mogelijkheden zo authentiek mogelijk zijn, dat verweerder niet duidelijk aangeeft waarom dat niet zo is en dat verweerders mening op dit punt dan ook zeer subjectief lijkt, leidt niet tot een ander oordeel. In het bestreden besluit is uitgebreid gemotiveerd waarom eiser gelet op zijn referentiekader met zijn verklaringen onvoldoende inzicht heeft geboden. Eiser heeft niet geconcretiseerd waarom de motivering in het bestreden besluit en zoals weergegeven onder 8, onbegrijpelijk, subjectief of ondeugdelijk zou zijn. Eisers stelling dat hij ondanks de gesprekken met de psycholoog en Roza het zeer lastig vindt om authentiek over zijn geaardheid te verklaren, leidt niet tot een ander oordeel nu eiser ook op dit punt niet heeft toegelicht waarom dit het geval is.
11. Gelet op het voorgaande heeft verweerder eisers homoseksuele gerichtheid ongeloofwaardig kunnen vinden. De overige gronden van beroep ten aanzien van dit asielmotief behoeven daarom geen verdere bespreking.
Afbreuk aan gestelde noodzaak tot verkrijgen van internationale bescherming
12. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat de omstandigheid dat eiser niet zo spoedig mogelijk asiel heeft aangevraagd, afbreuk doet aan de gestelde noodzaak tot het verkrijgen van internationale bescherming. Verweerder heeft er daarbij niet ten onrechte op gewezen dat van iemand die vreest voor zijn leven of om andere redenen asiel vraagt, mag worden verwacht dat de wens voor bescherming groter is dan de mogelijkheid tot het verdienen van wat extra geld. Het kan eiser door verweerder dan ook worden aangerekend dat hij in meerdere landen in Europa geen asiel heeft aangevraagd. Daarnaast is eiser in Nederland al eerder met onbekende bestemming vertrokken. De stelling van eiser dat dit een subjectief oordeel betreft slaagt daarom niet.
Problemen door livestreams
13. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de problemen die eiser heeft ondervonden door livestreams, ongeloofwaardig heeft mogen vinden. Daarbij heeft verweerder van belang mogen achten dat eiser de gestelde problemen niet heeft onderbouwd met documenten. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt dat verweerder niet heeft voldaan aan de samenwerkingsplicht. Eiser heeft namelijk verklaard dat de livestream met [naam] een schandaal werd in Marokko en dat dit massaal werd gedeeld op sociale media. Ook heeft eiser verklaard dat de beelden van ShoufTV online vindbaar zijn en dat hij zelf zal proberen (screenshots van) de beelden te overleggen.In de zienswijze heeft eiser dit nogmaals bevestigd. Verweerder mag dan ook verwachten dat het relatief eenvoudig is voor eiser om de beelden te vinden en binnen afzienbare periode te overleggen, hetgeen hij tot op heden niet heeft gedaan. Daarbij wijst de rechtbank er ook op dat eiser verweerders tegenwerpingen ten aanzien van zijn verklaringen op dit punt niet heeft betwist.
14. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat eisers vrees vanwege afvalligheid niet zwaarwegend genoeg is. De rechtbank kan verweerders standpunt volgen zoals gemotiveerd in het voornemen en het bestreden besluit. De enkele stelling van eiser dat het standpunt van verweerder over de afvalligheid van eiser totaal onbegrijpelijk is, maakt het voorgaande niet anders.
15. Gelet op hetgeen is overwogen onder 7 tot en met 14, is de rechtbank van oordeel dat verweerder asielmotieven 2 tot en met 4 op goede gronden en deugdelijk gemotiveerd ongeloofwaardig vindt. Eiser heeft niet gesteld dat hij door de toepassing van de versnelde procedure niet alles omtrent zijn asielrelaas naar voren heeft kunnen brengen en dit is de rechtbank in dit geval ook niet gebleken. Daarom legt de rechtbank deze motivering van verweerder ten grondslag aan haar oordeel.