Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een aanvullend terugkeerbesluit en een inreisverbod. Eiser, een Ivoriaanse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat hem een aanvullend terugkeerbesluit had opgelegd, samen met een inreisverbod voor de duur van twee jaar. Eiser stelde dat hij rechtmatig verblijf had vanwege een ingediende asielaanvraag en dat het terugkeerbesluit onterecht was, vooral omdat zijn verblijfsvergunning was ingetrokken op basis van twijfel over zijn identiteit en nationaliteit. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat er op het moment van het terugkeerbesluit geen lopende asielaanvraag was, waardoor eiser geen rechtmatig verblijf had. De rechtbank oordeelde dat het terugkeerbesluit rechtmatig was, ondanks de latere indiening van een opvolgende asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat er voldoende gronden waren om Ivoorkust als land van terugkeer aan te wijzen, en dat eiser geen bijzondere omstandigheden had aangevoerd die het besluit onrechtmatig zouden maken. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking.