ECLI:NL:RBDHA:2025:3410
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van besluiten tot niet uitbetalen van Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had verzocht om herziening van eerdere besluiten waarbij haar Wajong-uitkering over de jaren 2019 en 2020 was afgewezen vanwege haar inkomsten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluiten van 17 juni 2021 en 31 januari 2022 correct waren, omdat eiseres geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een herziening rechtvaardigden. Eiseres voerde aan dat zij geen inkomsten had genoten, maar de rechtbank oordeelde dat de door haar overgelegde belastingaangiften niet als nieuw bewijs konden worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van het verzoek om herziening niet onredelijk was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van het aanleveren van nieuwe feiten bij een herzieningsverzoek en bevestigt de geldigheid van de eerdere besluiten van de verweerder.