ECLI:NL:RBDHA:2025:3447
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Polen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 januari 2025 een verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen. Verzoeker, die asiel heeft aangevraagd, verzocht om de voorlopige voorziening omdat hij dreigde te worden overgedragen aan Polen voordat zijn beroep op de asielaanvraag behandeld zou worden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van spoedeisendheid, gezien de ingrijpende gevolgen voor verzoeker als hij niet zou meewerken aan de overdracht. De voorzieningenrechter heeft geen inhoudelijk oordeel gegeven over de vraag of de overdracht aan Polen rechtmatig is, maar heeft wel geoordeeld dat het belang van verzoeker om zijn beroep in Nederland af te wachten zwaarder weegt dan het belang van de verweerder om verzoeker over te dragen aan Polen. De voorzieningenrechter heeft de overdracht opgeschort totdat er een beslissing is genomen op het beroep van verzoeker. Tevens is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 907,-.