ECLI:NL:RBDHA:2025:3844
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beslissing over het beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag
In deze uitspraak beslist de rechtbank Den Haag over het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 5 september 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend op 5 september 2023, en Nederland werd verantwoordelijk voor de aanvraag op 19 april 2024. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 19 oktober 2024. Echter, de minister heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd op basis van het WBV 2023/26, wat door de rechtbank als rechtsgeldig wordt beschouwd. Hierdoor is de ingebrekestelling van 24 januari 2025 prematuur ingediend, en voldoet het beroep niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van M.A. Postma, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.