ECLI:NL:RBDHA:2025:4018
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
Op 14 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak, waarbij verzoekers, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bulthuis, de minister van Asiel en Migratie hebben verzocht om vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen als kennelijk ongegrond, zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De zaak begon met een beroep van verzoekers op 16 augustus 2024 tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvraag. Op 1 november 2024 werd een tweede beroep ingesteld om dezelfde reden. De rechtbank had eerder op 6 november 2024 het eerste beroep gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De minister heeft op 10 december 2024 de aanvraag ingewilligd, waarna verzoekers hun beroep hebben ingetrokken en om proceskostenvergoeding hebben verzocht.
De rechtbank oordeelde dat verzoekers geen procesbelang hadden bij de beoordeling van hun tweede beroep, omdat er al een eerste beroep liep. Hierdoor was er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank concludeerde dat het verzoek om proceskostenvergoeding niet ontvankelijk was en wees het verzoek af. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.