ECLI:NL:RBDHA:2025:4024
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Kroatië
Op 14 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening van een asielzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. N.M. de Houwer-van Wijk, had bezwaar gemaakt tegen de verlenging van de overdrachtstermijn door de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 4 februari 2025 de overdrachtstermijn verlengd, en op 11 maart 2025 was de verzoeker geïnformeerd over zijn uitzetting naar Kroatië op 17 maart 2025. De verzoeker wilde zijn beroep tegen de verlenging van de overdrachtstermijn afwachten voordat hij zou worden overgedragen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de oorspronkelijke uiterste overdrachtstermijn nog niet was verstreken en dat de overdracht op 17 maart 2025 binnen deze termijn valt. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het belang van de verzoeker om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn beroep niet zwaarder weegt dan het belang van de minister om de verzoeker over te dragen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de verzoeker op 17 maart 2025 kan worden overgedragen aan Kroatië. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.