Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[naam 2] [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
[naam 3]te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
1.Inleiding
2.De procedure
- de dagvaarding van 22 december 2023, met producties 1 tot en met 16;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties 1 tot en met 18;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 17 tot en met 22;
- het tussenvonnis van 2 oktober 2024, waarin de mondelinge behandeling is bevolen;
- de akte overlegging productie, met productie 23, van [naam 1] ;
- het B16-formulier van 22 januari 2025 van [naam 1] ;
- het B16-formulier van 22 januari 2025 van [namen 2 en 3] .
3.De feiten
(…) de erfdienstbaarheid van doorvaart ten behoeve van het sub A vermelde perceel en ten laste van het sub [sectieletter 2] vermelde perceel”.
(…) de erfdienstbaarheid van doorvaart ten behoeve van het sub A vermelde perceel en ten laste van het sub [sectieletter 2] vermelde perceel”.
- dat voorts wordt gevestigd de erfdienstbaarheid van doorvaart ten behoeve van het sub [sectieletter 1] vermelde perceel en ten laste van het sub [sectieletter 2] vermelde perceel”.
De erfdienstbaarheden zijn gevestigd door deze op te nemen in een akte van transport op achttien april negentienhonderdvierenzeventig verleden voor J. van den Berg, destijds notaris te Alphen aan den Rijn. Een afschrift van deze akte werd overgeschreven ten hypotheekkantore te Leiden op negentien april negentienhonderdvierenzeventig in deel [kadastraal nummer 5] , nummer [nummer 1] .
Met deze brief geven wij jullie toestemming om de boot in onze sloot neer te leggen ter hoogte van jullie botenhuis. Ook geven wij toestemming dat jullie botenhuis gedeeltelijk op ons perceel [sectieletter 1] is gerealiseerd. Deze toestemming is voor jullie persoonlijk en geldt tot wederopzegging.”
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
in conventie
(…) de erfdienstbaarheid van doorvaart ten behoeve van het sub [sectieletter 1] vermelde perceel en ten laste van het sub [sectieletter 2] vermelde perceel”.
Hierbij verklaar ik dat de familie [familienaam] de afgelopen 22 jaar, (…), de kopse kant van de sloot onafgebroken in gebruik heeft gehad (…).” En: “
De kopse kant van de sloot, over de gehele breedte van de sloot, is gebruikt als moestuin en er zijn kippen en konijnen gehouden. Op de kopse kant van de sloot stonden onder andere rabarber en bessenstruikjes.”
Voor zover mij bekend is de kopse kant van de sloot onafgebroken in gebruik geweest van de familie [familienaam] . In 2004 heb ik meegeholpen in de (moes)tuin en heb een pergola gemaakt. In dat jaar heeft een timmerman (…) de schoeing en het hekwerk geplaatst, hierdoor konden de kinderen en de huisdieren niet in de sloot vallen en niet in de moestuin komen aan de kopse kant van de sloot.”
In de zomer 2000 was ik tijdens de verbouwing van het huis regelmatig aanwezig en was de tuin, inclusief de kopse kant van de sloot één geheel (…).” en “
De kopse kant van de sloot is onafgebroken gebruikt als moestuin en er zijn geruime tijd kippen en konijnen gehouden.”
Hierbij verklaar ik dat de familie [familienaam] de afgelopen 22 jaar, (…), de kopse kant van de sloot en de sloot grenzend aan hun huis onafgebroken in gebruik heeft gehad.” En: “
Daarnaast herinner ik me de kippen die in 2000 of 2001 aan de achterzijde van het huis werden gehouden en die af en toe verhuisden naar de voorkant en uiteindelijk naar de moestuin die mijn zwager en zus vanaf 2001 hebben gehad.”
dat deel van de grond aan de kopse kantheeft verschaft, zodanig dat daardoor naar verkeersopvatting het bezit van [naam 1] teniet is gedaan, dusdanig voldoende kenbaar dat [naam 1] objectief gezien moet hebben kunnen opmaken dat haar eigendomsrecht werd bedreigd. De rechtbank merkt in dit verband nog op dat het prijsgeven of eenzijdig afstand doen van eigendom van onroerende zaken niet mogelijk is (zie onder meer Hoge Raad 20 juni 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2399 en de conclusie van de AG bij Hoge Raad 13 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:430, overweging 2.23).
streetviewis niet zichtbaar hoever het hekje doorloopt, onder meer omdat de heg het zicht belemmert.
de strook van [naam 1]waren geplaatst, en niet (uitsluitend) op de strook van de gemeente. De rechtbank gaat aan dat argument daarom voorbij. De rechtbank hecht evenmin doorslaggevende waarde aan de hiervoor weergegeven verklaringen van derden. Daaruit volgt wellicht dat de grond aan de kopse kant van de sloot optisch gezien in meer of mindere mate tot de tuin van [namen 2 en 3] behoorde, maar daaruit volgt niet dat dit ook specifiek de strook van [naam 1] betreft en evenmin dat die strook, met uitsluiting van [naam 1] en haar rechtsvoorgangers, door [namen 2 en 3] in bezit was genomen.
onevenredig veel zwaarder’ volgt dat deze toetsing zeer streng is en dat een beroep op artikel 5:54 lid 1 BW alleen in uitzonderingsgevallen kan worden gehonoreerd.
- salaris advocaat € 614,00 (2 punten x factor 0,5 x tarief II à € 614)
- nakosten
- dagvaarding € 131,82
- griffierecht € 320,00
- salaris advocaat € 1.228,00 (2 punten x tarief II à € 614)
- nakosten