Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat eiser kan worden aangemerkt als statushouder op Cyprus. Dit blijkt uit het onderzoek van 15 oktober 2024, waar de Cypriotische autoriteiten hebben bevestigd dat eiser sinds 25 juli 2017 internationale bescherming geniet op Cyprus. Gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag de minister ervan uitgaan dat Cyprus zijn verdragsverplichtingen in het algemeen zal nakomen ten aanzien van statushouders. Het ligt op de weg van eiser om aannemelijk te maken dat Cyprus dit in zijn geval niet doet en dat hij dus een reëel risico loopt op schending van fundamentele rechten bij terugkeer naar Cyprus. Bij de beantwoording van de vraag of eiser hierin is geslaagd, is het arrest Ibrahim van belang [2] . In dit arrest benadrukt het EHRM dat de drempel voor een beroep op artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest) – dat gelijkstaat aan artikel 3 van het EVRM – onverminderd hoog blijft. De drempel wordt bereikt wanneer de onverschilligheid van de autoriteiten van de betrokken lidstaat ertoe leidt dat iemand die volledig afhankelijk is van overheidssteun, buiten zijn eigen wil en keuzes om, terechtkomt in een ‘toestand van zeer verregaande materiële deprivatie’, waardoor hij niet kan voorzien in zijn belangrijkste basisbehoeften, zoals wonen, eten en zich wassen, en waardoor zijn lichamelijke of geestelijke gezondheid zou worden geschaad of zijn leefomstandigheden mensonwaardig zouden worden. Verder is van belang dat het EHRM in het arrest Ibrahim nadrukkelijk stelt dat een grote onzekerheid of een sterke verslechtering van de levensomstandigheden, onvoldoende is om deze hoge drempel te bereiken. Dat de sociale bescherming en de levensomstandigheden niet in alle lidstaten op hetzelfde niveau zijn, is volgens het EHRM eveneens onvoldoende.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
I. Wolthuis, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.