ECLI:NL:RBDHA:2025:4521
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan eiseres, die door de minister van Asiel en Migratie werd vertegenwoordigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrijheidsontneming niet in overeenstemming was met de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en dat er sprake was van een gebrek in de procedure. Eiseres had op 5 maart 2025 beroep ingesteld tegen het besluit van 14 februari 2025, waarbij de vrijheidsontnemende maatregel was opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de maatregel onrechtmatig was, omdat de vereiste documenten niet correct waren verstrekt aan eiseres. De rechtbank heeft de opheffing van de maatregel bevolen met terugwerkende kracht en een schadevergoeding van € 3.400,- toegekend voor de onrechtmatige detentie van 34 dagen. Daarnaast zijn de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 1.814,-, die door de Staat der Nederlanden moeten worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.