ECLI:NL:RBDHA:2025:4550

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
11193651 RL EXPL 24-12367
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur voor dakwerkzaamheden aan een VvE

In deze civiele zaak heeft Wellhuis Dakwerken B.V. een vordering ingesteld tegen de VvE en een individuele eigenaar, [gedaagde, sub 2], wegens een onbetaalde factuur van € 18.051,94 voor dakwerkzaamheden. De werkzaamheden werden uitgevoerd na een aanvraag van [gedaagde, sub 2], die het appartement verhuurt en lid is van de VvE. Wellhuis Dakwerken stelt dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, terwijl de VvE en [gedaagde, sub 2] dit betwisten. De VvE voert aan dat zij geen opdracht heeft gegeven en dat [gedaagde, sub 2] niet bevoegd was om namens hen te handelen. De kantonrechter oordeelt dat de VvE niet betrokken was bij de werkzaamheden en dat [gedaagde, sub 2] de opdracht heeft gegeven, waardoor zij aansprakelijk is voor de betaling van de factuur. De kantonrechter wijst de vordering van Wellhuis Dakwerken toe, inclusief wettelijke rente, maar wijst de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten af, omdat niet aan de wettelijke eisen is voldaan. De proceskosten worden toegewezen aan Wellhuis Dakwerken.

Uitspraak

RECHTBANKDEN HAAG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Den Haag
im/bc
Zaaknummer: 11193651 \ RL EXPL 24-12367
Vonnis van 20 maart 2025
in de zaak van
WELLHUIS DAKWERKEN B.V.,
te Gorinchem,
eisende partij,
hierna te noemen: Wellhuis Dakwerken,
gemachtigde: Rechtshulpzekerheid,
tegen

1.[gedaagde] TE [vestigingsplaats] ,

te [vestigingsplaats] ,
gemachtigde: mr. M.J. de Vries,
2.
[gedaagde, sub 2],
te [woonplaats] ,
gemachtigde: mr. P. van der Veld,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: VvE en [gedaagde, sub 2] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 14 juni 2024 met producties;
- de conclusie van antwoord zijdens de VvE;
- de mondelinge behandeling van 20 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- het bericht van 22 november 2024 waarin [gedaagde, sub 2] het tegen haar verleende verstek zuivert;
- de conclusie van antwoord zijdens [gedaagde, sub 2] ;
- de mondelinge behandeling van 5 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Wellhuis Dakwerken is een onderneming die zich richt op dakdekken en het bouwen van dakconstructies. De heer [naam 1] is de alleen en zelfstandig bevoegd bestuurder.
2.2.
De VvE bestaat uit drie leden en wordt alleen en zelfstandig bestuurd door mevrouw [naam 2] .
2.3.
[gedaagde, sub 2] is eigenaresse van het appartementsrecht dat recht geeft op het uitsluitend gebruik van het appartement gelegen aan de [adres] te [woonplaats] en daardoor van rechtswege lid van de VvE. Haar appartement is gelegen op de bovenste verdieping van het pand. [gedaagde, sub 2] verhuurt het appartement aan derden.
2.4.
Op 16 mei 2024 heeft Wellhuis Dakwerken via zijn website een aanvraag ontvangen voor het verrichten van werkzaamheden aan het dak in verband met een lekkage. Per Whatsapp zijn daarover de volgende berichten, voor zover relevant, uitgewisseld tussen Wellhuis Dakwerken en nummer [telefoonnummer] :
16 mei 2024

Beste, Graag vernemen wij de volgende gegevens,
Naam
Achternaam
Straat
Huis nr
Postcode
Plaats
Email.
Zodat wij een afspraak kunnen plannen.
Wij hopen u voldoende te hebben geïnformeerd,
Met vriendelijke gr,
Wellhuis Dakwerken

Beste,
Naam [voornaam 1]
Achternaam [gedaagde, sub 2]
Straat [straatnaam]
Huis nr [huisnummer]
Postcode [postcode]
Plaats [plaats]
Email. [e-mailadres]
Met vriendelijke gr,
[voornaam 2]
2.5.
Diezelfde dag is Wellhuis Dakwerken langs het pand gegaan om het dak te bekijken en heeft zij per e-mail aan [e-mailadres] een offerte uitgebracht.
2.6.
In reactie daarop is per e-mail van 22 mei 2024 als volgt gereageerd:

Beste
We zijn akkoord, wanneer kunnen jullie starten want het begint al te lekken
Met vriendelijke groeten / Kind Regards,
[voornaam 1]
2.7.
Op 3 juni 2024 ontvangt Wellhuis Dakwerken de volgende berichten van [telefoonnummer] en reageert daarop als volgt:
3 juni 2024
“Goedemorgen jullie komen vandaag toch”
“Beste. Collega’s zijn onderweg
Hopen er rond 8 uur te zijn”
“Topperds”
2.8.
Die avond stuurt Wellhuis Dakwerken aan [telefoonnummer] zestien foto’s en bevestigt zij dat de factuur per e-mail is verzonden.
2.9.
De factuur voor de werkzaamheden is gericht aan de “
VVE [adres]” ter attentie van “
[gedaagde, sub 2]” en bedraagt € 18.051,94 inclusief 21% btw (hierna: de factuur). De betalingstermijn is 1 dag.
2.10.
Op 4 juni 2024 ontvangt Wellhuis Dakwerken de volgende berichten van [telefoonnummer] :

Hey maat kunt de factuur voorzien van deze gegevens anders gaan er inderdaad dingens fout : ter name van [gedaagde, sub 2] , [adres] , [postcode] [plaats]
En geen VvE
(…)

Dankje wacht op de bank en dan maak ze het over voor u , stuur u nog appje of bewijs ja
2.11.
Per e-mail van 5 juni 2024 ontvangt de VvE de volgende e-mail, verstuurd vanaf [e-mailadres] :

Beste meneer [naam 2] ,
Mijn dak ging lekken, ondanks dat u al paar keer geweest was.
Heb de dak laten repareren , omdat de plaffond naar beneden kwam.
Wat is het probleem?
Waarom word ik gedreigd door een dak maker?
Uw zou toch niks doen, en pas als iets gedaan wordt dan komen jullie klagen.
Met vriendelijke groeten / Kind Regards,
[gedaagde, sub 2]
2.12.
De factuur werd niet betaald en Wellhuis Dakwerken heeft daarom haar gemachtigde ingeschakeld. De gemachtigde van Wellhuis Dakwerken heeft op 5 juni 2024 een sommatiebrief aan de VvE gestuurd ter attentie van mevrouw [naam 2] en de heer [gedaagde, sub 2] . In de brief dringt Wellhuis Dakwerken aan op betaling van de factuur, vermeerderd met wettelijke handelsrente en incassokosten, te voldoen binnen vijf dagen na ontvangst van de sommatiebrief.

3.Het geschil

3.1.
Wellhuis Dakwerken vordert - samengevat - dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de VvE en [gedaagde, sub 2] veroordeelt tot betaling van € 18.051,94, vermeerderd met wettelijke (handels)rente en (proces)kosten.
3.2.
Wellhuis Dakwerken legt aan de vordering ten grondslag dat zij werkzaamheden aan het dak van het pand gelegen aan de [adres] heeft verricht, maar betaling van de factuur is uitgebleven. Omdat de vervaltermijn van de factuur reeds is verstreken en Wellhuis Dakwerken kosten heeft gemaakt ter incassering van haar vordering, vordert zij tevens vergoeding van de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
De VvE voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Wellhuis Dakwerken, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Wellhuis Dakwerken, met veroordeling van Wellhuis Dakwerken in de kosten van deze procedure.
3.4.
De VvE betwist dat zij opdracht heeft gegeven aan Wellhuis Dakwerken voor het uitvoeren van werkzaamheden aan het dak. Uit de door Wellhuis Dakwerken overgelegde correspondentie blijkt dat Wellhuis Dakwerken steeds contact heeft gehad met [gedaagde, sub 2] . [gedaagde, sub 2] wekt daarin ook niet de indruk dat zij namens de VvE handelt. Integendeel, uit de overgelegde Whatsappgesprekken blijkt juist dat de VvE niet betrokken moet worden bij de facturatie. Daar komt bij dat Wellhuis Dakwerken op basis van het uittreksel uit de Kamer van Koophandel had kunnen weten dat [gedaagde, sub 2] de VvE niet rechtsgeldig kan vertegenwoordigen, nu zij geen bestuurder is. Bovendien heeft de VvE geen besluit genomen over het laten uitvoeren van de gestelde werkzaamheden aan het dak en ook niet bij Wellhuis Dakwerken de indruk gewekt dat [gedaagde, sub 2] namens de VvE handelde. Van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid is daarom ook geen sprake.
3.5.
Ook [gedaagde, sub 2] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Wellhuis Dakwerken, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Wellhuis Dakwerken, met veroordeling van Wellhuis Dakwerken in de kosten van deze procedure.
3.6.
[gedaagde, sub 2] betwist dat tussen haar en Wellhuis Dakwerken een overeenkomst bestaat. Zij kent Wellhuis Dakwerken niet en kent ook de door Wellhuis Dakwerken overgelegde correspondentie niet. Ook het telefoonnummer waarmee door haar zou zijn gecorrespondeerd kent zij niet. Het is haar ook niet bekend of het dak is vervangen of welke werkzaamheden zijn uitgevoerd. Wellhuis Dakwerken heeft waarschijnlijk met haar ex-partner, de heer [naam 3] , contact gehad. [naam 3] zit vast wegens oplichting en ook [gedaagde, sub 2] heeft aangifte tegen hem gedaan. [naam 3] heeft kennelijk haar e-mailadres en telefoonnummer misbruikt. Als al komt vast te staan dat de overeenkomst is gesloten met [gedaagde, sub 2] , dan geldt dat zij een consument is en Wellhuis Dakwerken niet heeft voldaan aan de informatieverplichtingen en vormvereisten, zodat de overeenkomst ambtshalve vernietigd moet worden. Indien [gedaagde, sub 2] toch wordt veroordeeld tot betaling van enige vordering, dan geldt dat de aanschrijvingen [gedaagde, sub 2] nooit hebben bereikt en zij de buitengerechtelijke incassokosten niet verschuldigd is. Ook verzoekt [gedaagde, sub 2] in dat geval de veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, omdat de gevolgen van tenuitvoerlegging onomkeerbaar zijn en er sprake is van een restitutierisico.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

[gedaagde, sub 2] moet de factuur vermeerderd met wettelijke rente betalen
4.1.
De primaire vraag die ter beantwoording voorligt, is tussen welke partijen een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen voor de werkzaamheden aan het dak en wie aldus de kosten daarvoor dient te betalen.
4.2.
De kantonrechter is met de VvE van oordeel dat uit de door Wellhuis Dakwerken overgelegde correspondentie, met name het WhatsAppbericht zoals geciteerd onder randnummer 2.10, blijkt dat de VvE juist niet betrokken is bij de aangevraagde werkzaamheden. Wellhuis Dakwerken heeft ook geen correspondentie in het geding gebracht waaruit blijkt dat de VvE, althans haar bestuurder, zich zodanig heeft geuit of gedragen dat Wellhuis Dakwerken mocht aannemen c.q. er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat er sprake was van een toereikende volmacht. Dat in de e-mail van 22 mei 2024 akkoord wordt gegeven op de werkzaamheden in de wij-vorm, zoals door Wellhuis Dakwerken in dat kader aangevoerd, maakt nog niet dat met het woord “
wij” wordt verwezen naar de gehele VvE en daar een rechtsgeldige volmacht uit kan worden afgeleid. Van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid is aldus geen sprake. De kantonrechter zal daarom de vorderingen jegens de VvE afwijzen.
4.3.
Dat [gedaagde, sub 2] zelf de persoon is geweest die de opdracht aan Wellhuis Dakwerken heeft verstrekt, blijkt niet eenduidig uit de door Wellhuis Dakwerken overgelegde stukken. [gedaagde, sub 2] betwist dat zij achter de e-mail van 22 mei 2024 zat en ook dat zij met Wellhuis Dakwerken heeft gecommuniceerd via WhatsApp. De heer [naam 1] heeft ter zitting verklaard dat hij het contact met een man heeft gevoerd. Daarin ligt besloten dat de opdracht niet bij monde van mevrouw [gedaagde, sub 2] zelf aan Wellhuis Dakwerken is verstrekt.
4.4.
De man die [naam 1] heeft gezien en gesproken is volgens [gedaagde, sub 2] haar ex-partner. Ter zitting heeft [gedaagde, sub 2] verklaard dat haar ex-partner haar van alles heeft geïsoleerd en hij alle zakelijke dingen regelt. Ook heeft zij verklaard dat hij de huurders in haar appartement heeft gezet. Op het door haar in het geding gebrachte geluidsfragment is te horen hoe hij met de huurders praat over een eventuele overname van de het appartement en de uit te voeren werkzaamheden aan het dak.
4.5.
Uit de verklaring van [gedaagde, sub 2] volgt dat zij geen bemoeienis heeft met de verhuur c.q. “alle zakelijke dingen” rondom haar appartement en zij er kennelijk voor heeft gekozen, al dan niet stilzwijgend, dat haar belangen met betrekking tot haar eigendom (het appartementsrecht) worden behartigd door haar ex-partner. Dat hij dit deed om haar op te lichten en haar positie daarin is misbruikt, zoals door [gedaagde, sub 2] naar voren gebracht, kan de kantonrechter niet volgen. [gedaagde, sub 2] heeft immers een nieuw althans hersteld dak op haar appartement zitten en, naar de kantonrechter aanneemt, is de lekkage en daarmee het probleem van haar huurders verholpen. Gelet op de omstandigheid dat haar ex-partner alles omtrent het appartement regelde en de door hem gevoerde correspondentie namens haar, staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat het aanbod tot het uitvoeren van de werkzaamheden aan het dak namens [gedaagde, sub 2] per e-mail van 22 mei 2024 door haar ex-partner is aanvaard. [gedaagde, sub 2] heeft aldus te gelden als de contractspartij van Wellhuis Dakwerken en dient uit hoofde daarvan de kosten voor die werkzaamheden te betalen.
4.6.
Dat de werkzaamheden aan het dak zijn uitgevoerd staat naar het oordeel van de kantonrechter vast. [gedaagde, sub 2] heeft weliswaar in algemene bewoording, althans bij gebrek aan wetenschap, betwist dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, maar dat is onvoldoende gelet op de gemotiveerde en onderbouwde stellingen van Wellhuis Dakwerken. [gedaagde, sub 2] had, als eigenaresse van het appartement, op eenvoudige wijze de wetenschap kunnen verkrijgen over de door Wellhuis Dakwerken gestelde werkzaamheden door het dak op te gaan of haar huurders te bevragen. Door dit niet te doen en haar betwisting niet te voorzien van enige toelichting of stukken, heeft zij onvoldoende gemotiveerd weersproken dat Wellhuis Dakwerken de werkzaamheden aan het dak heeft uitgevoerd en moet zij de kosten daarvan betalen.
4.7.
[gedaagde, sub 2] heeft de hoogte van de factuur voor het overige niet weersproken, waardoor de kantonrechter haar zal veroordelen tot betaling van het gevorderde bedrag van € 18.051,94.
4.8.
Nu [gedaagde, sub 2] de factuur niet binnen de gestelde betalingstermijn heeft voldaan, vordert Wellhuis Dakwerken terecht vergoeding van de door haar geleden vertragingsschade in de vorm van rente. Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, zodat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten is [gedaagde, sub 2] niet verschuldigd
4.9.
Wellhuis Dakwerken vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde, sub 2] een consument is (een natuurlijk persoon die niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf). Daarom moet de kantonrechter controleren of is voldaan aan de dan geldende extra eisen voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten (artikel 6:96 leden 5 en 6 BW). Er is niet gebleken dat aan [gedaagde, sub 2] een aanmaning is verstuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. In de verstuurde aanmaning van 5 juni 2024 is namelijk geen betalingstermijn van veertien dagen gegeven die ingaat op de dag na ontvangst van de aanmaning en ook is het wettelijke tarief niet vermeld. De gevorderde vergoeding zal daarom worden afgewezen.
Wel sprake van een consumentenovereenkomst, maar geen grond voor (gedeeltelijke) vernietiging
4.10.
[gedaagde, sub 2] heeft naar voren gebracht dat zij een consument is en Wellhuis Dakwerken niet voldaan heeft aan de informatieverlichtingen en vormvereisten waardoor de overeenkomst ambtshalve vernietigd moet worden.
4.11.
Omdat het hier gaat om een professionele partij Wellhuis Dankwerken en een consument-contractspartij, moet de kantonrechter ambtshalve beoordelen of in de overeenkomst of in algemene voorwaarden die daarop van toepassing zijn, bedingen zijn opgenomen die oneerlijk zijn ten opzichte van de consument in de zin van artikel 3 van de Europese richtlijn 93/13/EEG. Artikel 6:233 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een beding dat onredelijk bezwarend is, vernietigbaar is.
3.7.
De kantonrechter is met [gedaagde, sub 2] van oordeel dat zij een consument is en dat met Wellhuis Dakwerken als professionele partij de overeenkomst is gesloten. Daarmee is sprake van een consumentenovereenkomst. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument worden voldaan aan de essentiële informatieplichten van artikel 6:230l BW. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd en zal bij schending een sanctie daaraan verbinden, dus ook als er op dat punt geen verweer is gevoerd. De kantonrechter constateert dat de toepasselijke essentiële informatieplichten zijn nageleefd. Daarnaast dient de kantonrechter ambtshalve te toetsen of – kort gezegd – er in de overeenkomst of bij de overeenkomst behorende algemene bepalingen, bedingen zijn opgenomen die oneerlijk zijn ten opzichte van de consument in de zin van artikel 3 van de Europese richtlijn 93/13/EEG. Artikel 6:233 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een beding dat onredelijk bezwarend is, vernietigbaar is. Ook deze toets leidt niet tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering. De kantonrechter gaat daarom ook aan dit verweer van [gedaagde, sub 2] voorbij.
[gedaagde, sub 2] moet de proceskosten betalen
4.12.
[gedaagde, sub 2] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Wellhuis Dakwerken worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
116,39
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
1.015,00
(2,5 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.675,39
4.13.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
De veroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard
4.14.
[gedaagde, sub 2] heeft in enkele en algemene bewoording gesteld dat de gevolgen van de tenuitvoerlegging onomkeerbaar zullen zijn en ervan moet worden uitgegaan dat sprake is van een restitutierisico nu het om een B.V. gaat.
4.15.
De vordering van Wellhuis Dakwerken om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren voldoet aan de wettelijke vereisten van artikel 233 Rv. Uitgangspunt is dat een veroordeling uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Vervolgens komt het aan op een belangenafweging. [gedaagde, sub 2] heeft verder niet toegelicht waarom de tenuitvoerlegging onomkeerbaar is of waarom specifiek de B.V. van Wellhuis Dakwerken een restitutierisico meebrengt. De kantonrechter schuift dit verweer daarom als onvoldoende onderbouwd ter zijde en zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde, sub 2] om aan Wellhuis Dakwerken te betalen een bedrag van € 18.051,94, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 4 juni 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde, sub 2] in de proceskosten van € 2.675,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als VvE niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [gedaagde, sub 2] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.W. Schippers en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2025.