Op 18 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank heeft een nadere beslistermijn vastgesteld tot uiterlijk 28 mei 2025, waarbij zowel het belang van de verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen als het belang van eiseres om snel duidelijkheid te krijgen, in overweging zijn genomen. De rechtbank heeft ook de proceskosten toegewezen aan eiseres, die zijn vastgesteld op € 453,50.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de verweerder een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000. De uitspraak is gedaan zonder zitting en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om beroep in te stellen tegen het niet tijdig nemen van een besluit, met inachtneming van de wettelijke vereisten. De uitspraak is gedaan in het kader van bestuursrecht en vreemdelingenrecht, en betreft specifiek de procedure rondom asielaanvragen.