ECLI:NL:RBDHA:2025:4894
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van eiser met Libische nationaliteit op basis van achternaam en afvalligheid van de islam
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, geboren op [datum] 1993 in Tripoli, Libië, heeft zijn aanvraag op 9 oktober 2023 ingediend. De minister heeft deze aanvraag op 29 januari 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat de problemen die eiser ondervindt in Libië niet geloofwaardig zijn en niet voldoende onderbouwd met objectieve documenten. De rechtbank heeft de zaak op 19 maart 2025 behandeld, waarbij alleen de gemachtigde van de minister aanwezig was, terwijl eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden voor de zitting.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de problemen die eiser stelt te hebben ondervonden vanwege zijn achternaam niet aannemelijk zijn gemaakt. Eiser heeft niet kunnen uitleggen hoe zijn achternaam hem in Libië in gevaar zou brengen, en de rechtbank heeft de stelling van eiser dat hij vanwege zijn achternaam een extra risico loopt, verworpen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de afvalligheid van eiser van de islam niet als een losstaand asielmotief kan worden beoordeeld, omdat er geen samenhang is met andere geloofwaardig geachte problemen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.