Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 26 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Cetinkaya-Ahmad, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank heeft een nadere beslistermijn vastgesteld tot uiterlijk 13 april 2025, waarbij zowel het belang van de verweerder om zorgvuldig te beslissen als het belang van de eiser om snel duidelijkheid te krijgen, in overweging zijn genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de termijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, niet wordt overschreden.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de minister van Asiel en Migratie opgedragen om uiterlijk op 13 april 2025 een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de minister deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000. De proceskosten van eiser zijn vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. De rechtbank heeft verwezen naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en andere juridische bepalingen die van toepassing zijn op deze zaak.