ECLI:NL:RBDHA:2025:5183
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Spanje
In de zaak met zaaknummer NL25.10817 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.W. Mettendaf, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. S. Kowsari, had echter besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag volgens de Dublin-verordening.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 18 maart 2025, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen, terwijl de minister zich wel heeft laten vertegenwoordigen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL25.10816) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van griffier S.N. Lekatompessij, en is openbaar gemaakt op 27 maart 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.