ECLI:NL:RBDHA:2025:5225
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van eiser met Somalische/Keniaanse nationaliteit en frauduleus verkregen Keniaans paspoort
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 25 november 2024 een asielaanvraag ingediend, die door de minister van Asiel en Migratie op 14 december 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiser heeft een aanvullend terugkeerbesluit ontvangen, waarbij Senegal als land van terugkeer is aangewezen. De rechtbank heeft het beroep op 10 maart 2025 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat verweerder de asielaanvraag van eiser niet had mogen afwijzen. Eiser heeft gesteld dat hij zijn Keniaanse paspoort op frauduleuze wijze heeft verkregen en dat hij in Somalië is gevlucht vanwege Al-Shabaab. De rechtbank concludeert dat eiser voldoende inspanningen heeft geleverd om zijn Somalische nationaliteit aan te tonen en dat verweerder niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de echtheid van de documenten die eiser heeft overgelegd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak.
De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en kent eiser een vergoeding van de proceskosten toe. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verweerder om de samenwerking met de Keniaanse autoriteiten te intensiveren om de nationaliteit van eiser te verifiëren. De rechtbank concludeert dat het niet aan eiser kan worden toegerekend dat de Keniaanse autoriteiten niet in staat zijn om tijdig te reageren op het verzoek om informatie.