Overwegingen
1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 2002 en de Egyptische nationaliteit te hebben. Op 21 januari 2025 heeft hij een asielaanvraag ingediend in Nederland.
2. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen.Uit het paspoort van eiser is gebleken dat eiser door Spanje in het bezit is gesteld van een visum, dat geldig was van 26 juni 2024 tot 6 januari 2025. Op grond van artikel 12, tweede lid, van de Dublinverordeningheeft Nederland op 29 januari 2025 aan Spanje een verzoek om overname gedaan. De autoriteiten van Spanje hebben het verzoek op 3 maart 2025 aanvaard, waarmee de verantwoordelijkheid van Spanje vaststaat.
3. Eiser voert het volgende aan. In het voornemen is verweerder ten onrechte niet ingegaan op de bezwaren die eiser tijdens het gehoor heeft geuit tegen overdracht aan Spanje. Dit maakt dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid. Daarnaast zal eiser bij overdracht aan Spanje terecht komen in een situatie waarin de drempel van zwaarwegendheid, zoals bedoeld in het arrest Jawo,wordt gehaald. Eiser heeft in Spanje getracht om online een afspraak te maken voor het indienen van een asielaanvraag, maar dit is hem niet gelukt. Als eiser geen afspraak kan maken om een asielaanvraag in te dienen, kan hij geen beroep doen op de Europese asielrichtlijnen en moet hij op straat leven zonder toegang tot de meest basale levensbenodigdheden. Verweerder kan niet overtuigen met het argument dat eiser niet uit eigen ervaring kan spreken over de Spaanse asielprocedure, nu dit aan iedere asielzoeker die nog niet eerder op grond van de Dublinverordening is overgedragen kan worden tegengeworpen. Daarbij komt dat eiser wel ervaring heeft met de Spaanse asielprocedure, gelet op zijn poging om een afspraak te maken voor het indienen van een asielaanvraag in Spanje. Verder wijst eiser erop dat hij in zijn zienswijze heeft verwezen naar rapporten van de Spaanse Ombudspersoon, de Europese Commissie, Refugee Support Network en AIDA over de situatie van asielzoekers in Spanje. Het is aan verweerder om aan te tonen dat de informatie uit deze rapporten achterhaald is. Door akkoord te gaan met het overnameverzoek hebben de Spaanse autoriteiten ook geen garantie gegeven dat zij eiser zullen behandelen in overeenstemming met de bepalingen uit het EVRM.Dit wordt namelijk niet in de claimacceptatie vermeld. Eiser is een lhbti-persoon en om die reden kwetsbaar. Uit het AIDA-rapport blijkt dat in Spanje sprake is van een structureel probleem van agressie tegen lhbti-personen. Ook heeft eiser in Spanje te vrezen voor zijn vader, die hem bedreigt. Verweerder heeft in het bestreden besluit dan ook ten onrechte overwogen dat er geen redenen zijn om eiser niet over te dragen en de aanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening aan zich te trekken.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Eiser wordt niet gevolgd in zijn betoog dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid, omdat in het voornemen niet gemotiveerd is ingegaan op eisers bezwaren tegen overdracht aan Spanje. De rechtbank verwijst in dit kader naar de uitspraak van de Afdelingvan 23 november 2023, waarin verweerder op een vergelijkbare manier heeft gehandeld.De Afdeling oordeelde dat een standaardvoornemen niet betekent dat de besluitvorming onzorgvuldig is. Dat in het voornemen slechts algemene overwegingen zijn opgenomen en de verklaringen van eiser hierin niet expliciet zijn meegenomen, maakt dan ook niet dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid. Het voornemen is namelijk geen op rechtsgevolg gericht besluit, maar een voorbereidingshandeling. Bovendien is in het voornemen van verweerder voldoende duidelijk uiteen gezet op welke gronden Spanje verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft door middel van het indienen van een zienswijze de gelegenheid gekregen om te reageren op het voornemen en heeft hier ook gebruik van gemaakt. Verweerder is in het bestreden besluit op de zienswijze ingegaan en heeft hierbij ook de verklaringen van eiser in het gehoor betrokken. Eiser is hierdoor in staat gesteld om alle relevante informatie naar voren te brengen. Daarbij komt dat niet gebleken is dat eiser door deze gang van zaken in zijn belangen is geschaad.
5. Gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag verweerder in het algemeen ervan uitgaan dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt. Van dit uitgangspunt wordt slechts afgeweken als eiser aannemelijk maakt dat het asiel- en opvangsysteem in Spanje dusdanige tekortkomingen vertoont dat hij bij overdracht aan Spanje een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest.Daarvan is pas sprake als die tekortkomingen structureel zijn en een bijzonder hoge drempel van zwaarwegendheid bereiken, zoals bedoeld in het arrest Jawo.
6. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat een overdracht aan Spanje strijd oplevert met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest. De Afdeling heeft onder meer bij uitspraken van 8 juli 2021en 24 juni 2024bevestigd dat verweerder ten aanzien van Spanje van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan uitgaan. Het door eiser genoemde AIDA-rapport en de druk op de opvanglocaties die daarin wordt geschetst, is bij de uitspraak van 24 juni 2024 betrokken. Uit het AIDA-rapport volgt dan ook niet dat er sprake is van structurele tekortkomingen in de opvang en ook niet dat eiser als Dublinclaimant in Spanje geen recht zal hebben op opvang. Verweerder heeft zich verder op het standpunt kunnen stellen dat een verwijzing in algemene zin naar drie andere rapporten uit 2022 en 2023, zonder dat eiser aangeeft op welke gedeelten van deze rapporten een beroep wordt gedaan, niet voldoende is om aan te nemen dat sprake is van systematische tekortkomingen.
7. Verder heeft verweerder terecht overwogen dat eiser niet kan verklaren uit eigen ervaringen ten aanzien van de asielprocedure, de opvangvoorzieningen en de behandeling van Dublinclaimanten in Spanje. Hij heeft immers nooit eerder een asielprocedure doorlopen in Spanje. Dat dit voor iedere Dublinclaimant die nog niet eerder is overgedragen geweest, geldt, wordt niet gevolgd. Verweerder heeft terecht erop gewezen dat eiser bij de Spaanse autoriteiten kan voorleggen dat het hem niet is gelukt om online een afspraak te maken voor het indienen van een asielaanvraag. Daarbij heeft verweerder terecht overwogen dat de Spaanse autoriteiten met het claimakkoord hebben gegarandeerd dat zij de asielaanvraag van eiser in behandeling zullen nemen en dat zij zich zullen houden aan de internationale verplichtingen die voortvloeien uit Europese richtlijnen en verdragen die horen bij het behandelen van een asielaanvraag. Indien eiser na zijn overdracht vindt dat de Spaanse autoriteiten hun verplichtingen niet nakomen, ligt het op zijn weg om daarover in Spanje te klagen bij de (hogere) autoriteiten of de daartoe geëigende instanties. Niet is gebleken dat dit bij voorbaat zinloos is.
8. Ten aanzien van eisers verklaringen over het zijn van een lhbti-persoon heeft verweerder kunnen overwegen dat hiermee niet aannemelijk is gemaakt dat eiser bijzonder kwetsbaar is. Eiser heeft verder ook niet met objectieve informatie onderbouwd dat hij door zijn seksuele gerichtheid zodanig gevaar loopt in Spanje dat dit een schending van artikel 3 van het EVRM dan wel artikel 4 van het Handvest op zal leveren. Bij voorkomende problemen, zoals discriminatie en agressie vanwege het zijn van een lhbti-persoon, dient eiser zich te wenden tot de (hogere) Spaanse autoriteiten. Ditzelfde geldt voor problemen die eiser vreest te ondervinden in Spanje met zijn vader. Niet is gebleken dat de Spaanse autoriteiten eiser niet kunnen of willen helpen.
9. Gelet op het voorgaande heeft verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat hij de aanvraag niet onverplicht aan zich had hoeven trekken omdat er geen sprake is van bijzondere, individuele omstandigheden die maken dat de overdracht aan Spanje onevenredig hard is.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.