Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer],
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een overdrachtsbesluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij de eiser zou worden overgedragen aan de autoriteiten van België. Eiser, een Armeense nationaliteit, had eerder asielaanvragen ingediend in België en was op 12 februari 2025 met behulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) teruggekeerd naar Armenië. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 27 maart 2025, waarbij partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank oordeelde dat eiser geen procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, omdat hij niet was overgedragen aan België en vrijwillig was vertrokken naar Armenië. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat er geen actueel en reëel belang meer was voor een uitspraak over het overdrachtsbesluit. De rechtbank wees erop dat de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring al eerder was beoordeeld en dat de Dublinverordening nog steeds van toepassing was, ondanks het ontbreken van een asielwens in Nederland. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.