ECLI:NL:RBDHA:2025:5606

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 april 2025
Publicatiedatum
4 april 2025
Zaaknummer
NL25.7797
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H. Hanssen - Telman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van niet aannemelijke identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres uit Somalië met een Keniaans paspoort

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 6 februari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 17 februari 2025 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. De minister heeft verder geen aanleiding gezien voor het ambtshalve verlenen van een verblijfsvergunning regulier of uitstel van vertrek te verlenen om medische gronden. De minister heeft een terugkeerbesluit genomen en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. De rechtbank heeft het beroep op 27 maart 2025 op zitting behandeld, waarbij eiseres bijgestaan werd door een tolk en haar gemachtigde, evenals de gemachtigde van de minister.

De rechtbank beoordeelt of de minister de asielaanvraag van eiseres heeft mogen afwijzen aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag: een man van Al-Shabaab kwam bij haar thuis om met haar te trouwen, wat haar deed vluchten uit Somalië. De minister stelt echter dat eiseres haar identiteit, nationaliteit en herkomst niet geloofwaardig heeft aangetoond. De rechtbank oordeelt dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres haar identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en de afwijzing van de asielaanvraag blijft staan, wat betekent dat eiseres moet terugkeren naar Kenia en een inreisverbod van twee jaar krijgt opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.7797

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1] ,

V-nummer: [nummer 1] , eiseres
(gemachtigde: mr. J. Sinnema),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. J.R. Sotthewes – de Jonge).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 6 februari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 17 februari 2025 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. De minister heeft verder geen aanleiding gezien voor het ambtshalve verlenen van een verblijfsvergunning regulier of uitstel van vertrek te verlenen om medische gronden. De minister heeft een terugkeerbesluit genomen en een inreisverbod van twee jaar opgelegd.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 27 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres (bijgestaan door een tolk), de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de minister de asielaanvraag van eiseres heeft mogen afwijzen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
2.1.
De rechtbank acht het beroep ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
3. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Een man van Al-Shabaab kwam bij eiseres thuis, omdat hij met haar wilde trouwen en bij haar ouders haar hand ging vragen. Hiervan is eiseres geschrokken. Zij ging naar haar moeder en op dat moment kwam ook eiseres’ broer binnen en vroeg wat er aan de hand was. Op dat moment kwamen de mannen van Al-Shabaab binnen en kregen ruzie met de broer van eiseres. Haar broer werd tijdens een vluchtpoging neergeschoten. De moeder van eiseres gaf aan dat eiseres de volgende dag naar Al-Shabaab gebracht zou worden. Hierop is eiseres het land uitgevlucht. Bij terugkeer vreest zij voor Al-Shabaab.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende asielmotieven:
  • Identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • De problemen met Al-Shabaab.
5. De minister stelt zich hierover op het standpunt dat dat eiseres’ identiteit, nationaliteit en herkomst niet geloofwaardig zijn. Weliswaar heeft eiseres een echt bevonden geboorteakte overgelegd, maar dit is geen identificerend document. Onder verwijzing naar het algemeen ambtsbericht Somalië, [1] hecht de minister zeer weinig waarde aan Somalische documenten. In het algemeen ambtsbericht staat namelijk dat het verifiëren van de inhoud van Somalische documenten niet mogelijk is. Verder stelt de minister dat eiseres haar geboorteakte heeft geregeld via een onbekende man in Nederland. Het algemeen ambtsbericht, in combinatie met het feit dat eiseres haar geboorteakte niet bij een officiële instantie heeft aangevraagd, betekent dat aan de geboorteakte van eiseres geen waarde gehecht kan worden.
6. Omdat eiseres haar identiteit niet volledig heeft aangetoond met objectieve documenten heeft de minister getoetst of is voldaan aan artikel 31, zesde lid van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). De minister meent dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden b, c en e. Volgens de minister heeft eiseres onvoldoende documenten overgelegd en daarvoor geen goede verklaring gegeven. Uit het EU-vis [2] volgt dat op 14 september 2022 door de ambassade van Spanje in Nairobi, Kenia, een Schengenvisum aan eiseres is verstrekt op basis van een Keniaans paspoort, met nummer [nummer 2] . Deze gegevens zijn uit EU-vis naar voren gekomen op basis van de biometrische gegevens van eiseres. Het paspoort is door Kenia afgegeven op 17 oktober 2018 en hierin staat vermeld dat eiseres de Keniaanse nationaliteit heeft. Verder is ten tijde van de aanvraag van het Schengenvisum op de Spaanse ambassade in Nairobi een foto van eiseres genomen op
2 september 2022. Eiseres heeft voor het niet overleggen van het Keniaans paspoort geen afdoende verklaring gegeven en voldoet daarmee niet aan voorwaarde b. De minister stelt verder dat de verklaringen van eiseres geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen [3] en dat eiseres in grote lijnen niet als geloofwaardig kan worden beschouwd. [4] Nu eiseres niet voldoet aan meerdere voorwaarden wordt haar niet het voordeel van de twijfel gegeven. De minister zal uitgaan van identiteit, nationaliteit en herkomst zoals opgenomen in het Keniaanse paspoort.
6.1.
De minister heeft op grond van de Keniaanse nationaliteit van eiseres beoordeeld of eiseres bescherming nodig heeft tegen eventuele problemen in Kenia. Omdat eiseres in haar nader gehoor heeft aangegeven nooit in Kenia te zijn geweest en daar geen problemen te hebben, zijn er geen verdere motieven om te toetsen.
Over het als herhaald en ingelast beschouwen van de zienswijze
7. De rechtbank overweegt dat eiseres’ stelling dat haar zienswijze als herhaald en ingelast moet worden beschouwd, onvoldoende is om te kunnen worden aangemerkt als een beroepsgrond waarop de rechtbank moet ingaan. De minister is in het bestreden besluit gemotiveerd ingegaan op de zienswijze. Het is aan eiseres om in beroep concreet aan te geven waarom de reactie van de minister op de zienswijze volgens haar niet juist of niet toereikend is. De rechtbank zal zich dan ook alleen richten op wat eiseres in beroep daarover heeft aangevoerd. De rechtbank verwijst ter onderbouwing hiervan naar rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). [5]
Heeft de minister zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres niet aannemelijk zijn?
8. Eiseres voert aan dat de minister ten onrechte heeft gesteld dat de gegevens op de geboorteakte niet authentiek zijn en er niet van de inhoud van het document mag worden uitgegaan. De minister heeft geen onderzoeksrapport van Bureau Documenten overgelegd. Verder stelt eiseres dat zij niet de Keniaanse nationaliteit heeft, nooit in Kenia is geweest en dat het paspoort niet echt is. Ze is niet in het bezit van het Keniaanse paspoort en kan daarnaar geen onderzoek laten doen. De Keniaanse ambassade heeft aangegeven dat het paspoort nodig is om het te kunnen laten verifiëren. Eiseres heeft daarmee alles gedaan wat van haar verwacht mag worden. Immers, het is aan de minister om het paspoort in procedure te brengen. Verder voert eiseres aan dat het door de minister opgevoerde individueel ambtsbericht onvolledig is. De onderzoeksaanpak en bronnen zijn namelijk niet inzichtelijk en niet alle gestelde vragen zijn daadwerkelijk beantwoord. Ook de naam en geboortedatum verschillen van de gegevens in de geboorteakte. Eiseres voert aan dat alle onderdelen voor haar inzichtelijk moeten zijn en beroept zich subsidiair op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Certificate of Identity Confirmation
9. De rechtbank oordeelt dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres haar identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt. Hiertoe overweegt zij dat eiseres een Certificate of Identity Confirmation (CIC) en Birth Certificate (geboorteakte) heeft ingebracht, maar dat de minister terecht heeft overwogen dat dit geen identificerende documenten zijn. Identificerende documenten zijn paspoorten en identiteitskaarten. Het is niet duidelijk of en hoe het identiteitsonderzoek heeft plaatsgevonden dat aan deze documenten ten grondslag ligt. [6] Eiseres heeft de documenten namelijk verkregen via een onbekende man in Nederland. Uit de geboorteakte blijkt weliswaar dat er een [naam 1] is geboren op [datum] in [plaats] , maar zonder identificerende documenten kan niet worden vastgesteld dat eiseres degene is die op de geboorteakte wordt vermeld. Daar komt bij dat de geboorteakte op 7 september 2023 (tardief) is opgesteld en dat onduidelijk blijft op welke wijze voornoemde documenten zijn verkregen. Eiseres’ enkele stelling dat dit mogelijk wel op de juiste wijze is gebeurd is onvoldoende om te komen tot een ander oordeel. Bovendien heeft de minister er niet ten onrechte op gewezen dat uit het algemeen ambtsbericht Somalië volgt dat in Somalië corruptie veelvuldig voorkomt als het gaat om de afgifte van documenten. Gelet op het voorgaande kan aan het document niet de waarde worden toegekend die eiseres daaraan gehecht wenst te zien.
9.1.
Dat het onderzoeksrapport van Bureau Documenten niet is ingebracht in de procedure, doet aan voorgaande conclusie niet af. Zoals de minister ter zitting heeft toegelicht, wordt dit rapport niet langer standaard opgesteld en heeft Bureau Documenten zich alleen uitgelaten over de echtheid van het document zelf en niet over de inhoud daarvan.
Keniaans paspoort
10. De rechtbank oordeelt verder dat de minister niet ten onrechte is uitgegaan van de Keniaanse nationaliteit van eiseres. Daarbij stelt de rechtbank voorop dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt stelt dat er sprake is van strijdigheid tussen de feiten zoals eiseres die schetst en de objectieve gegevens die blijken uit EU-vis, dat eiseres hier geen bevredigende verklaring voor kan gegeven en dat dit haar wordt aangerekend. Uit de biometrische EU-vis registratie blijkt dat eiseres op 2 september 2022 in persoon op de Spaanse ambassade in Nairobi is geweest en dat daar van haar een foto is genomen. Deze foto is ook opgenomen in EU-vis. Deze informatie komt niet overeen met haar verklaringen dat zij nooit in Kenia is geweest. De enkele verklaring dat zij daar niet is geweest, is bovendien onvoldoende om te stellen dat het visum niet door haar en dus op basis van een vals paspoort moet zijn aangevraagd. Zoals de minister ter zitting heeft toegelicht, is de foto van eiseres genomen op de ambassade zelf. Hieruit volgt dat eiseres aldaar moet zijn geweest. De rechtbank vindt de stelling van eiseres dat het visum via fraude buiten haar om zou zijn verkregen, gebaseerd op vermoedens en, gelet op de gegevens uit EU-vis, onaannemelijk.
11. Verder overweegt de rechtbank dat de minister, anders dan eiseres stelt, bovendien onderzoek heeft gedaan naar het paspoort dat bij de visumaanvraag is gebruikt. Niet valt in te zien welk onderzoek de minister nog meer had moeten uitvoeren. Uit het individueel ambtsbericht volgt dat het paspoort daadwerkelijk is afgegeven door de autoriteiten van Kenia. De minister heeft ten aanzien van het individueel ambtsbericht een zogeheten “REK-check” heeft uitgevoerd, waarbij aan de hand van de onderliggende stukken is beoordeeld of het individueel ambtsbericht qua inhoud en qua procedure zorgvuldig tot stand is gekomen en inhoudelijk inzichtelijk is. Na inzage te hebben gekregen in de onderliggende stukken van het individueel ambtsbericht, is de minister tot de conclusie gekomen dat het individueel ambtsbericht qua inhoud en qua procedure zorgvuldig tot stand is gekomen en inhoudelijk inzichtelijk is. Hiermee heeft de minister naar het oordeel van de rechtbank in zoverre aan zijn vergewisplicht voldaan.
12. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van concrete aanknopingspunten om te twijfelen aan de informatie uit het individueel ambtsbericht. Uit de door eiseres overgelegde e-mail van de ambassade van Kenia volgt geen nieuwe informatie over de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres en evenmin informatie waaruit blijkt dat er geen paspoort aan eiseres is afgegeven. De rechtbank stelt vast dat in de email niet gevraagd is om de Keniaans nationaliteit van eiseres te bevestigen dan wel te ontkrachten. Dat in het individueel ambtsbericht niet alle gestelde vragen zijn beantwoord, leidt evenmin tot twijfel aan de overige inhoud van het ambtsbericht. Zoals de minister op de zitting heeft toegelicht konden de overige gestelde vragen volgens de geraadpleegde bron niet worden beantwoord zonder de identiteit van eiseres kenbaar te maken bij de Keniaanse autoriteiten, evenals het feit dat zij in Nederland een asielaanvraag heeft ingediend. Dat deze vragen niet zijn beantwoord, geeft daarom geen reden tot twijfel aan de overige wel verkregen antwoorden
13. De rechtbank ziet geen aanleiding om op grond van artikel 8:29 van de Awb om inzage te vragen in de weggelakte onderdelen van het ambtsbericht, te wezen de onderzoeksmethode en de naam van de bron. Niet is gebleken dat er sprake is verdere achterliggende stukken. Zoals hiervoor is overwogen heeft de minister zich, alleen al gezien de objectieve informatie uit EU-vis, niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat, de verklaringen van eiseres over haar identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk zijn geworden. Het betoog van eiseres slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

14. Het beroep is ongegrond. De afwijzing van de asielaanvraag als kennelijk ongegrond blijft in stand. Daarmee staat ook vast dat eiseres moet terugkeren naar Kenia en een inreisverbod krijgt opgelegd voor de duur van twee jaar.
15. Omdat eiseres geen gelijk krijgt, ontvangt zij ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, rechter, in aanwezigheid van
mr. J. Dijkstra, griffier en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Algemeen Ambtsbericht Somalië, juni 2023, pagina 69.
2.Europees Visum Informatiesysteem.
3.Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder c Vw.
4.Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder e Vw.
5.ECLI:NL:RVS:2018:2169, 4 juli 2018 en ECLI:NL:RVS:2022:1028, 7 april 2022.
6.ECLI:NL:RBDHA:2024:6917, 26 april 2024.